Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verschuiving Stooklijn; De Koelcurve/Stooklijn Instellen; Helling Van De Stooklijn - Nibe S1255PC Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor S1255PC:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bijstellen, ontluchten, bronsysteem
Niveaureservoir
Controleer het vloeistofniveau in het niveaure-
servoir (CM2). Indien het vloeistofniveau is
gezakt, vult u het systeem bij.
1.
Sluit de klep onder het reservoir.
2.
Ontkoppel de aansluiting bovenop het re-
servoir.
3. Vul bronvloeistof bij tot het reservoir on-
geveer 2/3 vol is.
4. Sluit de connector opnieuw aan bovenop
het reservoir.
5. Open de klep onder het reservoir.
Indien de druk in het systeem moet worden verhoogd, ge-
beurt dat door de klep op de uitgaande hoofdleiding te slui-
ten wanneer de bronpomp (GP2) in bedrijf is en het niveau-
reservoir (CM2) open staat, zodat vloeistof uit het reservoir
wordt gezogen.
Expansievat
Indien er een expansievat (CM3) wordt ge-
bruikt in plaats van een niveaureservoir, wordt
het drukniveau gecontroleerd met de drukme-
ter (BP6). Als de druk zakt, dient het systeem
te worden bijgevuld.

De koelcurve/stooklijn instellen

In de menu's "Stooklijn" en "Curve, koeling" kunt u de
stooklijn en koelcurve voor uw huis bekijken. De lijnen zijn
bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijk-
matige binnentemperatuur te zorgen en daarmee ook voor
een energiezuinige werking. Aan de hand van deze lijnen
bepaalt de S1255PC de temperatuur van het water naar het
klimaatsysteem (de aanvoertemperatuur) en daarmee ook
de binnentemperatuur.

HELLING VAN DE STOOKLIJN

De helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveel
graden de aanvoertemperatuur moet worden verhoogd/ver-
laagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt. Hoe steiler de
helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur voor de verwar-
ming of hoe lager de aanvoertemperatuur voor de koeling
bij een bepaalde buitentemperatuur.
30
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
Aanvoertemperatuur
Framledningstempereratur
(°C)
80
70
60
50
2/3
40
30
20
0
10
De optimale helling hangt af van de klimaatomstandigheden
van uw locatie, of de woning over radiatoren of vloerverwar-
ming beschikt en hoe goed de woning is geïsoleerd.
De verwarmings-/koelcurves worden ingesteld tijdens de
installatie van het verwarmings-/koelsysteem, maar moeten
misschien later worden bijgesteld. Daarna hoeven de curves
niet meer te worden bijgesteld.

VERSCHUIVING STOOKLIJN

Een verschuiving van de stooklijn betekent dat de aanvoer-
temperatuur evenveel verandert voor alle buitentemperatu-
ren. Een verschuiving van de stooklijn met +2 stappen ver-
hoogt bijvoorbeeld de aanvoertemperatuur met 5 °C bij alle
buitentemperaturen. Een overeenkomstige wijziging in de
koelcurve resulteert in een afname van de aanvoertempera-
tuur.
Aanvoertemperatuur
Framledningstempereratur
(°C)
80
70
60
50
40
30
20
0
10
AANVOERTEMPERATUUR – MAXIMUM- EN
MINIMUMWAARDEN
Aangezien de aanvoertemperatuur niet hoger kan zijn dan
de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestelde min.
waarde, vlakken de lijnen af bij deze temperaturen.
Steilere helling stooklijn
1/3
0
-10
-20
-30
Buitentemperatuur
Utetemperatur
Verschuiving stooklijn
0
-10
-20
-30
Buitentemperatuur
Utetemperatur
NIBE S1255PC
2/3
-40
(°C)
Gamla bilder, med säkerhetsventi
-40
(°C)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave