Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Op De Voedingsspanning Aansluiten; Aansluiting Voorbereiden - Vega VEGATRENN 142 Handleiding

Tweekanaals ex-voedingsscheider voor 4 ... 20 ma-sensoren
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGATRENN 142:
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
VEGATRENN 142 •
5

Op de voedingsspanning aansluiten

5.1

Aansluiting voorbereiden

Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
Het nominale bereik van de voeding kan 24 ... 230 V AC 50/60 Hz
resp. 24 ... 65 V DC zijn. Details betreffende de voedingsspanning
zijn opgenomen in de technische gegevens.
De voedingsspanning van de VEGATRENN 142 wordt aangesloten
met standaard kabel conform de nationale installatienormen.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
De sensoren worden met standaard twee-aderige kabel zonder
afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor
industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden
gebruikt. In HART-Multidrop-bedrijf is de kabelafscherming algemeen
nodig.
Leg de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de sensorbehuizing moet
laagohmig met de potentiaalvereffening zijn verbonden.
Indien potentiaalvereffeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de verbinding aan de signaalzijde via een keramische condensator
(bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De laagfrequente potenti-
aalvereffeningsstromen worden nu onderdrukt, de beschermende
werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter behouden.
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen
potentiaalvereffeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit
kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing
van een condensator of via een separate potentiaalvereffening.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave