5 Werking
5
Werking
5.1
Pompinstelling
Afb.8
LED-indicatie UPM3
1 2 3 4 5
Afb.9
De instellingen wijzigen
1 2 3 4 5
(2 s)
(< 1 s)
1 2 3 4 5
(2-10 s)
(< 1 s)
(10 s)
Tab.2
Instellingsopties
Functie
Constante curve
Constante curve
Constante curve
Constante curve
12
5.1.1
In de bedrijfsmodus (wanneer de pomp aan de hand van de warmtevraag
wordt ingeschakeld) wordt de status van de pomp UPM3 door middel van
LED's aangegeven.
Tab.1
Toestand
Alarm
Pomp draait
RA-0000376
Pompcapaciteit 0 - 25%
Pompcapaciteit 25 - 50%
Pompcapaciteit 50 - 75%
Pompcapaciteit 75 - 100%
5.1.2
1. De huidige instelling van de UPM3-pomp kan worden gecontroleerd
2. Wanneer de toets
5.1.3
Om de pompinstellingen te kunnen wijzigen moet de pomp naar de selec
tiemodus worden overgeschakeld.
1. Hiervoor moet de toets
2. Daarna moet de toets
1
2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
RA-0000997
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus
De huidige instelling controleren
door de toets kortstondig (< 1 s) in
referentie).
naderhand niet opnieuw wordt ingedrukt, scha
kelt de pomp over naar de bedrijfsmodus.
Instellingen wijzigen
De LED's beginnen te knipperen.
net zo vaak kort worden ingedrukt tot de ge
wenste instelling aan de hand van de LED's wordt aangegeven (zie de
tabel).
De instelling wordt gewijzigd wanneer de toets
10 seconden wordt ingedrukt. De pomp schakelt terug naar de be
drijfsmodus.
Optie
LED 1
Trap 1
Rood
2 m
Trap 2
Rood
3 m
Trap 3
Rood
4 m
Trap 4
Rood
5 m
Display
LED 1 brandt rood
LED 1 brandt groen
LED 2 gaat branden
LED 3 gaat branden
LED 4 gaat branden
LED 5 gaat branden
te drukken (zie onderstaande
langer dan 2 seconden worden ingedrukt.
niet langer dan
LED 2
LED 3
LED 4
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
7678269 - 01 - 23032017
LED 5
Aan
Aan