2.2.5 Aanpassen van de camerapositie
De unit kan om drie assen gepositioneerd worden. Pas tijdens het monitoren de positie aan met behulp van
de onderstaande procedure.
Pannen aanpassen (A): voor montage aan de muur en schuine plafonds draait u de lensvoet (maximaal
360°) tot u tevreden bent met het weergaveveld.
Horizontale rotatie (B): roteer de 3D-constructie aan de onderkant, maar niet meer dan 360° omdat
anders de interne kabels in elkaar draaien waardoor ze kunnen losraken of breken.
Kanteling aanpassen (C): draai de duimschroeven los en zet de camera in de gewenste positie. Draai
daarna de duimschroeven weer vingervast aan om de camera in deze positie te houden.
Opmerking
Bij de Ax00DORV-serie:
de gebruiker kan het zoom- en scherpteniveau handmatig aanpassen aan de
omgevingsomstandigheden.
Beperking voor de positie op de drie assen:
Let op
Bereik voor pannen: ±175°
Bereik voor kantelen: 25° ~ 90°
Bereik voor roteren: Handmatige lens ±180° / Gemotoriseerde lens ±175°
Zet de vergrendelschroeven weer vast om te voorkomen dat de lens weer beweegt.
Let op
F
2-7: A
IGUUR
ANPASSEN VAN DE CAMERAPOSITIE
14
Illustra Flex 1MP en 3MP Dome voor gebruik buitenshuis