Memosens CCS50E
Endress+Hauser
Voorwaarden
De sensoruitlezing is stabiel (geen drift of instabiele meetwaarden gedurende tenminste 5
minuten) en het medium is stabiel. Dit wordt normaal gesproken bereikt wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
• De polarisatietijd is volledig verlopen.
• Het debiet is constant en ligt binnen het juiste bereik.
• De sensor en het medium hebben dezelfde temperatuur.
• De pH-waarde ligt binnen het toegestane bereik.
• Optie:
Voor nulpuntsinstelling: elektrolyt is vervangen .
Nulpuntsinstelling
Een nulpuntsinstelling is niet nodig vanwege de nulpuntsstabiliteit van de
membraanbedekte sensor.
Wanneer toch een nulpuntsinstelling nodig is, ga dan als volgt te werk:
1. Laat de sensor in bedrijf in de armatuur of in een schone container (bijv.
beschermkap) gedurende tenminste 15 min in desinfectiemiddelvrij water.
2. Als alternatief kan de nulpuntsinstelling worden uitgevoerd met de nulpuntsgel
COY8.
Hellingkalibratie
Voer altijd een hellingkalibratie uit in de volgende gevallen:
• Na vervangen van de membraankap
• Na vervangen van het elektrolyt
• Nadat de membraankap weer is opgeschroefd
1. Waarborg dat de temperatuur van het medium constant is.
2. Neem een representatief monster voor de DPD-meting. Dit moet dicht bij de sensor
worden uitgevoerd. Gebruik een monsternamekraan indien aanwezig.
3. Bepaal het chloordioxidegehalte met de DPD-methode.
4. Voer de meetwaarde in de transmitter in (zie bedieningshandleiding voor
transmitter).
5. Controleer, om een hogere nauwkeurigheid te waarborgen, de kalibratie enkele uren
of een dag later met de DPD-methode.
7.4
Elektrolytteller
De elektrolytteller bewaakt het verbruik van de elektrolyt in de sensormembraankop in het
verloop van de tijd. Waarschuwingsmelding M505 van de Liquiline transmitter is bedoeld
als hulpmiddel voor tijdig sensoronderhoud. De waarschuwingsgrenswaarde kan
individueel worden ingesteld.
Activeren van de elektrolytteller en de waarschuwingsgrenswaarde
1. Ga naar Menu/Setup/Ingangen/<Sensordesinfectie>/Uitgebreide setup/
Diagnose instellingen en kies Elektrolytverbruik teller.
2. Kies Functie: Aan.
3. Stel onder Waars. limiet, de waarde overeenkomstig het standaard
onderhoudsschema. De standaard instelling wordt hersteld door een reset naar de
fabrieksinstelling.
Uitlezen van de elektrolytteller
1. Ga naar Menu/Diagnose/Sensor informatie/<Sensordesinfectie>/Sensorbedrijf.
2. Lees Lading uit.
Inbedrijfname
21