7.
MODE INDICATOR – Geeft de huidige functie van de
track/load control knop weer.
8.
PLAY / STUTTER – PLAY start het afspelen op het
corresponderende deck. Drukt u op PLAY terwijl de
track al spelt zal de muziek opnieuw starten vanaf het
punt waar u als laatste op PLAY gedrukt heeft, dit
creëert een "stutter" effect.
9.
PAUSE – Als u op de PAUSE knop drukt zal de
muziek op de huidige locatie stoppen. Drukt u
nogmaals op PAUSE dan zal de muziek terugkeren
naar het laatst ingestelde cue punt (als er één is
ingesteld). Door de knop nogmaals in te drukken zal er
naar het begin gegaan worden van de track.
10.
CUE – Gaat terug en pauzeert de muziek naar het Cue
Punt. Om een nieuw CUE Punt in te stellen: pauzeer
de track, zoek de gewenste positie en druk dan op
CUE. Wanneer u op het Cue Punt staat en u houdt de
CUE knop ingedrukt speelt de muziek tot u de knop
weer loslaat en weer naar het cue punt terug keren.
11.
JOG WHEEL – Elk virtueel deck beschikt over een
JOG WHEEL, welke kan worden gebruikt voor
scratchen, pitch bend'en en aanpassen van afspeel en
cue positie op het corresponderende deck. De
functionaliteit van het jog wheel wordt bepaald door de
WHEEL MODE knop.
12.
WHEEL MODE – Deze knop bepaalt de functionaliteit
van het JOG WHEEL. De diverse functies worden
afgebeeld en zijn alsvolgt:
Nudge mode, het wheel werkt als tijdelijke tempo
•
versnelling, zoals een pitch bend.
Scratch mode, het jog wheel wordt gebruikt voor
•
scratchen van de muziek op het deck.
Move Loop mode, u kunt het jog wheel gebruiken
•
om een loop voor- of achteruit te verplaatsen
wanneer een loop al actief is.
Shrink Loop mode, wanneer een loop al actief is
•
kunt u het jog wheel gebruiken om de lengte van de
loop aan te passen,
Search mode (het display geeft Pos=x% aan), door
•
het roteren van het jog wheel zal er snel door de
track gezocht worden.
13.
PITCH - Elk virtueel deck heft een PITCH FADER,
welke gebruikt kan worden om de pitch of tempo van
de muziek aan te passen.
14.
+ / - PITCH BEND – Deze twee knoppen worden
gebruikt om de muziek tijdelijk in tempo aan te passen.
15.
PITCH ADJUST – druk deze knop in terwijl u de
pitch fader verschuift om de relatieve positie van de
pitch fader te veranderen. BV: Wanneer u een pitch
range van +/- 8% (aan te passen in de software)
gebruikt en een pitch range van +/- 34% in de
software kiest zal het bereik nog steeds op +/-8%
blijven staan. U kunt de pitch fader calibreren om
de volledige +/-34% te benutten door de PITCH
ADJUST functie te gebruiken. Hou de PITCH
ADJUST knop ingedrukt, schuif de fader helemaal
omhoog, schuif de fader daarna helemaal omlaag.
Wanneer u de PITCH ADJUST knop loslaat zal het
bereik op +/- 34% ingesteld staan.
16.
KEYLOCK – De KEYLOCK knop activeert de Key
Lock functie in CUE. Wanneer Key Lock aan staat
zal bij veranderen van de snelheid de toonhoogte
niet mee veranderen maar blijven staan op het punt
waar de KEY LOCK is geactiveerd.
17.
HOT STARTS – Door op deze knoppen te drukken
zal direct vanaf de laatst ingestelde CUE punten de
muziek gaan spelen. Wanneer er nog geen cue
punten ingesteld staan zal de eerste keer dat u op
de knop drukt een cue punt zijn, druk nogmaals op
de knop om naar deze hot start te gaan.
18.
SYNC – Druk op SYNC en CUE zal het tempo van
het deck synchroniseren met het tempo van het
andere deck.
19.
LOOP IN / OUT – Een loop is een deel van de
track dat naadloos herhaald wordt. Druk op LOOP
IN om een start punt te kiezen. Druk op LOOP OUT
om het eind punt te kiezen. De loop is nu gemaakt
en zal continu blijven spelen. Druk nogmaals op
LOOP OUT om weer verder te gaan in de track.
20.
SMART LOOP – Als SMART LOOP is geactiveerd
zullen alle loops perfect in de maat van de beat
zijn.
21.
LOOP 1/8 - 8 – Druk op één van deze knoppen om
direct een loop van de corresponderende maat te
maken (in fracties van 1 bar). Wanneer er al een
loop spelt zal het indrukken resulteren in de
verandering van de maat van de loop. Druk op
Loop Out om weer uit de loop te gaan.
22.
BACK BEAT – Geeft direct een double beats
effect.
23.
VIDEO – Deze knoppen bedienen de interne video
mixer van CUE's bij gebruik van video bestanden.
24.
AUDIO – Deze knoppen activeren de interne
software faders om overgangen te creëren zonder
een Audio mixer
25.
AUTOMIX – Activeert de automatische mix functie
van CUE.
5