ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.9.2 Puls- en frequentieuitgang
• Alle uitgangen zijn elektrisch gescheiden van elkaar en van alle andere circuits.
• Alle bedrijfsgegevens en functies kunnen worden aangepast.
• Passieve modus:
Externe stroomvoorziening vereist: U
I 20 mA bij f 10 kHz (boven bereik tot f
I 100 mA bij f 100 Hz
• Schaling:
Frequentieuitgang: in pulsen per tijdseenheid (bijv. 1000 pulsen/s bij Q
Pulsuitgang: hoeveelheid per puls.
• Pulsbreedte:
symmetrisch (werktijdverhouding 1:1, onafhankelijk van de uitgangsfrequentie)
automatisch (met vaste pulsbreedte, werktijdverhouding ong. 1:1 bij Q
vast (pulsbreedte kan indien nodig worden aangepast van 0,05 ms...2 s)
• Voorwaartse / achterwaartse flowmeting (F/R modus) is mogelijk.
• De puls- en frequentieuitgang kan ook worden gebruikt als statusuitgang / limietschakelaar.
INFORMATIE!
Voor verdere informatie zie Aansluitschema's van uitgangen op blz. 42 en zie Technische
gegevens op blz. 83 .
GEVAAR!
Voor toestellen die in gevaarlijke gebieden worden gebruikt gelden aanvullende
veiligheidsvoorschriften; zie de Ex-documentatie.
38
32 VDC
ext
12 kHz)
max
www.krohne.com
IFC 100
);
100%
)
100%
04/2022 - 4005497804 - MA IFC 100 R08 nl