"SP.99" de hoogste snelheid is. Druk na het maken van de gewenste instellingen op
de SET UP toets om naar de fade modus te gaan.
3. Als "Fd.XX" in het display staat kan de fade time van het programma worden
ingesteld. Gebruik hiervoor de UP of DOWN toetsen. De fade time kan worden
ingesteld tussen "Fd.01" (langzaam) en "Fd.99" (snel). Indien "Fd.00" wordt ingesteld
is er geen fade time. Druk op de SET UP toets om naar de flash (Strobe) modus te
gaan.
4.
Als "FS.XX" in het display staat kan de flash rate van het programma worden
aangepast. Gebruik hiervoor de UP of DOWN toetsen. De flash rate kan worden
ingesteld tussen "FS.00" en "FS.15" waarbij "FS.00" geen flash rate is en "FS.15" de
hoogste flash rate is.
PROGRAMMA 21 & 22 – Indien na het instellen van de flash rate wordt
•
gekozen voor programma 21 of 22 dient de SET UP toets te worden
ingedrukt. "C1.XX" verschijnt in het display. Dit is de basiskleur, gebruik de UP
en DOWN toetsen om door de 7 kleuren te scrollen. Druk na het kiezen van
de basiskleur op de SET UP toets. "C2.XX" verschijnt in het display. Dit is de
moving color instelling. Gebruik de UP en DOWN toetsen om door de 7
kleuren te scrollen.
SOUND ACTIVE MODUS:
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"SU.XX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt het niveau van de
geluidsgevoeligheid.
2. Door op de UP of DOWN toetsen te drukken kan het niveau van de
geluidsgevoeligheid worden aangepast. De geluidsgevoeligheid kan worden
aangepast van "SU.00" tot "SU.31" waarbij "SU.00" geen geluidsgevoeligheid is,
"SU.01" de laagste gevoeligheid is en "SU.31" de hoogste gevoeligheid is. Druk op
SET UP toets om naar de flash modus te gaan.
3. "FS.XX" verschijnt in het display. Dit is de flash modus. De flash rate kan worden
ingesteld tussen "FS.00"(geen flash) en "FS.15" (snelste flash).
DMX MODUS:
Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bedienen. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders
persoonlijke wensen toegesneden programma's worden gecreëerd. Met deze functie kan de
UB 9H ook als een spot worden gebruikt. De UB 9H heeft 4 DMX modi: 6-kanaal modus, 10-
kanaal modus, 12-kanaal modus en een 18-kanaal DMX modus. Zie de tabellen op pagina
15 t/m 18 voor gedetailleerde beschrijving van de DMX kenmerken.
1. Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bewerken.
2. Volg de installatieprocedure van pagina 8 t/m 10 voor het gebruik van het apparaat in
de DMX modus. Volg tevens de installatieprocedure volgens de specificaties van de
DMX controller. Sluit het apparaat via de XLR connector aan op een universele DMX
512 controller.
3. Druk op de MODE toets totdat "d.XXX" in het display verschijnt. Gebruik de UP of
DOWN toetsen om de gewenste DMX adres in te stellen. Druk de SET UP toets om
de gewenste DMX modus te selecteren.
4. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 6-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.06" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 6-kanaal modus.
Voor de 10-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.10" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 10-kanaal modus.
Voor de 12-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.12" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 12-kanaal modus.
©American DJ® -
www.americandj.eu
– UB 9H – Gebruikershandleiding pagina 12