5.2. CONTRASTMETING
Beweeg het toestel met ingedrukte kleurmeetknop (A) over het
oppervlak van een voorwerp of een blad papier. Hoort u een
klankenreeks van steeds dezelfde tonen, dan gaat het om een effen
oppervlak, lichter of donkerder naargelang de toonhoogte. Bij
gevarieerde klankenreeks is er sprake van een motief (vb. bij tekst)
en wanneer u een dynamische, levendige klankenreeks hoort, is het
oppervlak bont gekleurd (vb. bij een foto).
Aan de hand van de klankenreeks kan u testen of een blad papier
beschreven is of niet, waar zich het beschreven deel bevindt of als
er foto's voorhanden zijn en waar deze zich precies bevinden.
5.3. LICHTDETECTOR MET LICHTANALYSE
Deze functie dient om een natuurlijke of kunstmatige lichtbron te
detecteren en geeft u inlichtingen over de kleurtoon en intensiteit
ervan. Er kunnen tot 15 kleurtonen herkend worden, met
intensiteiten van 1 tot 10.000.
Hoe hoger de intensiteit, hoe sterker de lichtbron is.
Om lichtbronnen te detecteren houdt u de lichtmeetknop (B)
ingedrukt en draait u het toestel in de ruimte ofwel in de richting van
de hypothetische lichtbron (vb. naar een vermoedelijk venster). Aan
de hand van het gehoorde geluidssignaal kunt u de desbetreffende
sterkte van de lichtbron vaststellen. Hoe hoger de signaaltoon, des
te sterker is de lichtbron; hoe lager de signaaltoon, des te zwakker
is de lichtbron. Wanneer u denkt de lichtbron te hebben gevonden,
laat u de knop los en hoort u dan bijvoorbeeld de melding
"Kleurtoon van het licht is wit, intensiteit 1000".
Tevens kunt u met deze functie nagaan of een led aan uw telefoon,
computer enz. 'aan' of 'uit' is en de kleurtoon en intensiteit ervan
herkennen. Houd daarvoor het toestel bij of in de buurt van zo'n
lichtbron en houd de lichtmeetknop (B) ingedrukt. Door beweging
van het toestel rond de lichtbron, kan u aan de hand van de hoogte
van de signaaltoon herkennen, hoe dicht u zich bij de lichtbron
bevindt (hoe hoger de toon, hoe dichter u zich bij de lichtbron
8