4.5
Warmwaterinstallatie aansluiten
1.
Spoel de installatie goed schoon.
2.
Monteer indien voorgeschreven een inlaatcombinatie.
3.
Monteer de koud- en warmwaterleiding (A en B) aan de montagebeugel.
Opmerkingen
Bij de instellingen "aan" en "eco" voldoet het toestel aan de Gaskeur CW eisen.
•
De specifieke leidinglengte bij een leiding diameter 12/10 mm bedraagt voor de
•
Kombi Kompakt HRE 24/18 23,5 meter, voor de Kombi Kompakt HRE 28/24,
HRE 36/30 en HRE 36/48 30,0 meter. Bij een leiding diameter van 15/13 mm
bedraagt deze respectievelijk: 13,9 meter en 17,7 meter.
Als het toestel alleen voor de warmwatervoorziening wordt gebruikt, kan de
•
verwarmingsfunctie met de servicecode op het bedieningspaneel uitgeschakeld
worden. De CV-installatie behoeft dan niet aangesloten of gevuld te worden.
Als het toestel tijdens de winter buiten bedrijf wordt gesteld en van het lichtnet
•
afgesloten wordt, moet het sanitairwater afgetapt worden om bevriezing te
voorkomen. Neem hiervoor de tapwateraansluitingen onder het toestel los.
In de Kombi Kompakt HRE 24/18 en Kombi Kompakt HRE 28/24 zit een doseerventiel
•
met een nominale waarde van respectievelijk 6 en 7,5 liter/min. De Kombi Kompakt
HRE 36/30 en HRE 36/48 zijn voorzien van een doseerschijf-vervangingsring.
Bij de Kombi Kompakt HRE 36/30 en HRE 36/48 zijn bij hoge waterdrukken grotere
volumestromen mogelijk. Om bij de Kombi Kompakt HRE 36/30 een uitstroomtemperatuur
van 60°C te garanderen dient de warmwaterinstallatie op 9 liter/min ingesteld te worden.
Het doseerventiel dient verwijderd te worden indien de waterdruk voor het doseerventiel
•
lager is dan 0,8 bar. De doorstroming dienst daarna met behulp van een reduceerventiel
ingesteld te worden.
Het doseerventiel dient te worden gereinigd of te worden vervangen indien de waterdruk
•
voor het doseerventiel hoger is dan 0,8 bar en de volumestroom lager is dan de nominale
waarde.
Weerstandgrafiek tapcircuit toestel
A. Kombi Kompakt HRE 24/18
B. Kombi Kompakt HRE 28/24
C. Kombi Kompakt HRE 36/30 & HRE 36/48
X. Waterleidingdruk (Bar)
Y. Debiet (L/min, tolerantie ± 10 %)
4.5.1
Toestel met Naverwarming Zonneboiler
Het toestel is voorzien van het NZ-label: geschikt voor "Naverwarming Zonneboiler".
Hiervoor is op bestelling een aansluitset en een thermostatisch mengventiel
beschikbaar.
Aansluitschema Naverwarming Zonneboiler
A. Toestel
B. Zonneboiler
C. Koud water
D. Inlaatcombinatie
E. T max 85°C
F. Warm water
G. Thermostatisch mengventiel 35° - 65°C (instellen op ca. 62,5°C)
H. Warm water gemengd
K. Koudwatersensor S4
Opmerking
De koudwatersensor S4 dient op kroonsteen X4 9/10 van de branderautomaat te
worden aangesloten.
In combinatie met een zonne-energiesysteem moet er na het toestel altijd een
thermostatisch mengventiel geplaatst worden, ingesteld op ca. 62,5°C.
De ombouwset Naverwarmen Zonneboiler kan worden besteld bij Intergas (art.nr.:
090347)
Een thermostatisch mengventiel kan besteld worden bij Intergas (art.nr.: 842177).
Intergas Verwarming BV
18