Behuizing, plug, slang, filtereenheid en O-ringen onbeschadigd en lekvrij zijn .
Het condensfilter, sonde en slang leeg zijn.
De filtereenheid correct bevestigd is.
Het roetfilter schoon en droog is.
De sonde niet in de uitlaatpijp zit of frisse lucht kan aanzuigen.
Sondeslang en thermische plug bevestigd zijn.
De gasuitlaat aan de achterkant onder de magneten vrij en niet afgedekt zijn..
Meting voor bepaling van
uitlaatgasverlies/kernstroomonderzoek
Kernstroom zoeken Gebruik het T1-display om het gebied met de hoogste temperatuur in
Zet de sonde vast
CO-Meting
CO-sensorbescherming door spoelpomp
Druk, schoorsteentrek en verschildrukmeting
U kunt de druk / trek meten met zowel de
bemonsteringssonde
(optioneel). Sluit de slangkoppeling 3 van de sonde aan
op de drukaansluiting P1.
Als u in plaats van de schoorsteentrek of een enkele druk
de
verschildruk
slangkoppelingen in P1 en P2, waarbij P1 wordt
beschouwd als "+" en P2 als "-".
Nuldruksensor: statusregel naar P ZERO en
Wijzig afdrukeenheid: statusregel naar
AFDRUKKEN en
Gemiddelde meting
BRIGON 650
Metingen voor de bepaling van het uitlaatgasverlies moeten altijd
worden uitgevoerd in de kernstroom (gebied met de hoogste
uitlaatgastemperatuur) met de bemonsteringssonde met thermokoppel.
het uitlaatgas te vinden.
Wanneer u de kernstroom (gebied met de hoogste temperatuur in de
uitlaatpijp) heeft gevonden, houdt u de sonde in deze positie en draait
u de kegel in de opening van de uitlaatpijp.
Om de hoogst mogelijke nauwkeurigheid te bereiken, moet u voor deze
metingen een sonde met meerdere gaten gebruiken.
Uw BRIGON 650 heeft een extra spoelpomp. Vanaf een gemeten CO
van 4.000 ppm gaat deze aan, de meetpomp wordt uitgeschakeld. Als
de gemeten CO lager is dan 4.000 ppm, schakelt het systeem terug
naar de normale meetmodus.
als
de
schoorsteentrekprobe
wilt
meten,
steek
dan
de
Blz 9