Inhoudsopgave
Advertenties
5.4
CD-functies
Zet om de CD-functie te kiezen de schakelaar FUNCTION op CD.
Een CD plaatsen:
Druk op het CD-station om het apparaat te openen.
Plaats de CD met het etiket naar voren.
Sluit het CD-station .
De display toont het totale aantal tracks op de CD.
Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE om het afspelen te starten.
Tijdens het afspelen zijn de volgende functies beschikbaar:
Druk voor het selecteren van een track op de toets SKIP- of de toets
SKIP+ tot de gewenste track is ingesteld.
Houd voor het zoeken naar een
of de toets SKIP+ ingedrukt tot het gewenste punt is bereikt. Laat vervolgens
de toets los.
Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE om het afspelen te pauzeren.
Druk nogmaals op de toets om het afspelen te hervatten.
Druk op de toets STOP om het afspelen te stoppen.
De functie REPEAT
Deze functie is beschikbaar in de PLAY-modus en de STOP-modus.
Druk eenmaal op de toets REPEAT om de huidige track te herhalen.
De herhalingsindicator brandt.
Druk tweemaal op de toets om alle tracks op de CD te herhalen.
De herhalingsindicator brandt.
Druk nogmaals op de toets om de functie REPEAT af te sluiten.
De functie PROGRAM
Om gebruik te kunnen maken van de functie PROGRAM voor CD, moet het
afspelen zijn gestopt.
Druk op de toets PROGRAM om een lijst met tracks (max. 20) in een
programma af te spelen.
Een CD programmeren:
Druk op de toets SKIP- of de toets SKIP+ om de gewenste track
te selecteren.
Druk op de toets PROGRAM om de selectie te bevestigen. Herhaal
de bovenstaande stappen om meer tracks te selecteren en bevestig
iedere selectie met de toets PROGRAM .
Druk op de toets PLAY/PAUSE om het programma te starten.
k punt op de schijf de toets SKIP-
20
Advertenties
Inhoudsopgave
