10.1.5
Snelkeuze menu
Parameter
3-2-1-1
Pin
3-4-1-4-8-1
Schakelcontact 1 AAN
3-4-1-4-8-2
Schakelcontact 1 UIT
3-4-1-4-8-3
Schakelcontact 2 AAN
3-4-1-4-8-4
Schakelcontact 2 UIT
3-4-1-4-9-1
Niveau 1 klep open
3-4-1-4-9-2
Niveau 1 klep dicht
3-4-1-4-10-1 Niveau setpoint 1
3-4-1-4-10-3 Hysteresis
3-4-1-4-10-4 Sample tijd
3-4-3-2
Prop. versterking.
3-4-3-3
Int. versterking.
3-4-3-4
Diff. versterking.
3-4-3-5-1
Bandbreedte af. det.
3-4-3-5-2
Tijd afname detectie
3-4-3-9
Ramp-up Freq. omv.
3-4-3-10
Ramp-down Freq.
omv.
3-5-1
Wenswaarde
3-5-2
Hysteresis
3-5-3
Bandbreedte
3-5-4
Accumulatie druk.
36
3-5-10
Delta p
3-5-11
Hogedruk alarm.
3-5-13
Lagedruk alarm
(Snelkeuzetoets "OK")
Waarde: (default)
Beschrijving:
Invoer van het persoonlijk indentifica-
tie nummer
50
Waterniveau waarbij relaiscontact 1
wordt ingeschakeld.
50
Waterniveau waarbij relaiscontact 1
wordt uitgeschakeld.
40
Waterniveau waarbij relaiscontact 2
wordt ingeschakeld.
40
Waterniveau waarbij relaiscontact 2
wordt uitgeschakeld.
70
Waterniveau in het vooloopreservoir
waarbij de vulklep wordt geopend.
90
Waterniveau in het vooloopreservoir
waarbij de vulklep wordt gesloten.
80
Maximaal niveau in het voorloopre-
servoir waarbij de proportionele klep
volledig is geopend.
15
Niveau verschil in het voorloopreser-
voir waarbij de proportionele klep
volledig is geopend.
10
Tijd tussen de niveaumeetingen die
de stand van de proportionele klep te
bepalen.
60
Proportionele versterkingsfactor van
de systeemdruk regeling.
40
Snelheid waarmee de afwijking van
de systeemdruk wordt gecorrigeerd.
0
Dempingsfaktor waarmee de
systeemdruk aanpassingen worden
afgevlakt.
6
Bandbreedte afname detectie in %
16
Tijdafname detectie in s, wat de druk
binnen de bandbreedte moet liggen
3.0
Instelling van de "ramp-up" van de
frequentie omvormer.
3.0
Instelling van de "ramp-down" van de
frequentie omvormer.
400
Wenswaarde van de systeemdruk.
30
Drukverschil boven en onder de
wenswaarde waarbij de pompen res-
pectievelijk aan- en uitschakelen.
5
Een dood gebied waarbinnen het
toerental van de omvormer, ondanks
drukschommelingen, constant blijft.
30
Membraan tank (water)druk accumu-
latie alvorens het systeem uitscha-
keld.
0
Kwadratische (+) of lineaire (-) func-
tie om de wenswaarde te korrigeren
per pomp in-of uitschakeling.
1000
Maximum limiet voor de systeemdruk
waarbij het systeem uitschakeld of
alleen een alarm geeft.
0
Minimimum limiet voor de systeem-
druk waarbij het systeem uitschakeld
of alleen een alarm geeft.
Niveau
Niveau
(lees)
(schrijf)
Alle
Geen
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Service
Service
Service
Service
Service
Alle
Service
Alle
Service
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker
Alle
Gebruiker