6/ Plaats het toestel op een goed toegankelijke plaats.
7/ Raadpleeg voor de montage de tekeningen verderop in deze
handleiding.
8/ Voorzie een vrije ruimte van 300 mm aan de voorkant van het
toestel voor reiniging en onderhoud.
9/ U dient een opvangbak, met afvoer naar de riolering, onder
het apparaat te installeren als het toestel boven een vals plafond,
op een zolder of boven bewoonde ruimtes geplaatst is.
10/ Dit apparaat is niet geschikt voor installatie op een hoogte
van meer dan 3000m boven de zeespiegel.
11/ Het is verplicht een nieuwe veiligheidsgroep (of andere
overdrukklep) op de boileringang te installeren. Deze
veiligheidsgroep (1/2 '' en 7 bar - 0,7 MPa), of overdrukklep,
moet beantwoorden aan de geldende normen op de plaats
van installatie en moet op een vorstvrije plaats gemonteerd
worden.
12/ Bedien regelmatig het aftapsysteem van de veiligheidsgroep
(minstens één keer per maand). Zo kunnen eventuele kalkresten
afgevoerd worden en kunt u controleren of de afvoer niet
verstopt is.
13/ Als de aanvoerdruk meer dan 0,5 MPa (5 bar) bedraagt,
moet er een drukregelaar (niet meegeleverd) gemonteerd
worden op de hoofdtoevoer.
14/ Sluit een afvoerslang aan op de veiligheidsgroep met hier
toegang van vrije lucht. Ook deze afvoer moet op een
vorstvrije plaats liggen en afhellend gemonteerd worden
zodat het water (door de uitzetting tijdens het opwarmen of
tijdens het aftappen van de boiler) naar buiten kan afgevoerd
worden.
15/ De leidingen van uw installatie moeten bestand zijn tegen
temperaturen van 100°C en een druk van 1MPa (10 bar).
16/ Wanneer u PEX-leidingen gebruikt, wordt ten zeerste
aangeraden
om
een
temperatuurbegrenzer
op
de
warmwateruitgang van de boiler te plaatsen. Deze wordt
afgesteld in functie van de gebruikte materialen.
17/ Toestel
aftappen:
Zet de
stroom
uit en
sluit de
koudwatertoevoer af. Open de warmwaterkranen en zet
vervolgens
de
aftapklep
van
de
veiligheidsgroep
open.
OPMERKING: Bij de modellen voor montage onder de gootsteen
2