Inhoudsopgave
Advertenties
2. SENSOR MODUS
De thermostaat beschikt over een aantal sensoren. Kies hier de gewenste sensor toepassing. Bij toepassing in
combinatie met vloerverwarming kies altijd voor OUT of ALL.
IN: de thermostaat regelt op basis van de ruimtesensor
OUT: de thermostaat regelt op basis van de externe (vloer)sensor
ALL: de thermostaat regelt op basis van de ruimtesensor, de externe (vloer) sensor werkt als limiet. (Limiet in
te stellen onder menu item 3).
3. VLOERTEMPERATUUR LIMIET
Stel de gewenste maximale temperatuur van de vloer in. Instelbaar tussen 5~60 °C. De fabrieksinstelling is 35
°C. Verifieer altijd de maximaal toegestane temperatuur bij de leverancier van de vloer.
Wanneer de vloertemperatuur limiet wordt bereikt zal de verwarming worden uitgeschakeld. Op de
thermostaat zal in dat geval het verwarmingssymbool knipperend worden weergegeven. Wanneer de
temperatuur van de vloer weer onder de ingestelde limiet temperatuur daalt, zal de verwarming worden
ingeschakeld en stopt het verwarmingssymbool met knipperen.
4. HYSTERESE
Stel het inschakelverschil in. De thermostaat zal inschakelen wanneer de ingestelde temperatuur deze waarde
afwijkt van de gemeten ruimtetemperatuur.
5. VORSTBEVEILIGING
De vorstbeveiliging kan aan of uit geschakeld worden. Wanneer de vorstbeveiliging is geactiveerd zal de
verwarming worden ingeschakeld wanneer de temperatuur onder de 5 °C zakt. De vorstbeveiliging blijft actief
wanneer de thermostaat is uitgeschakeld. De verwarming wordt weer uitgeschakeld wanneer de temperatuur
2 graden hoger is dan de minimum temperatuur van 5 °C.
6. PROGRAMMAMODUS
Stel de gewenste programmamodus in:
•
Fabrieksinstelling: 5+2: maandag t/m vrijdag gelijk: 6 schakelmomenten + zaterdag/zondag gelijk: 2
schakelmomenten. (in het scherm zijn de nummers 1 t/m 5 zichtbaar)
•
6+1: maandag t/m zaterdag gelijk: 6 schakelmomenten + zondag: 2 schakelmomenten (in het scherm
zijn de nummers 1 t/m 6 zichtbaar)
•
7: maandag t/m zondag gelijk :6 schakelmomenten (in het scherm zijn de nummers 1 t/m 7 zichtbaar)
Vanuit de fabriek is er een voorbeeldprogramma ingesteld op basis van de 5+2 modus. Dit programma is
uitgewerkt in het hoofdstuk "Programma instellingen" in deze handleiding.
7.& 8. POTENTIAAL VRIJE OU TPUT + VERTRAAGDE OUTPUT
Niet van toepassing bij Metis.716. Fabrieksinstelling: 00 (7) en 1 (8)
9. MAXIMAAL IN TE STELLEN TEMPERATUUR
Het is mogelijk om de maximaal in te stellen temperatuur in te stellen. De fabrieksinstelling is 35 °C. Instelbaar
tussen 35 ~ 90 °C.
M91.716
8
Advertenties
Inhoudsopgave
