1.
Breng de spuitbomen omlaag.
2.
Voor modellen uit de HDX-Auto-serie stelt u de
spuitmodusschakelaar als volgt in:
•
Wanneer u de spuitmachine in
gebruikt, druk de schakelaar dan naar
MODUS
rechts: zie
Schakelaar spuitmodus (model
HDX-Auto) (bladz.
•
Wanneer u de spuitmachine in
gebruikt, druk de schakelaar dan
MODUS
naar links.
3.
Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen op
U
.
IT
4.
Indien nodig moet u elke spuitboom afzonderlijk
.
INSCHAKELEN
5.
Rij naar het gebied waar u gaat spuiten.
6.
Ga naar het gebruiksdosisscherm van het
InfoCenter en stel de gewenste gebruiksdosis
als volgt in:
A.
Zorg dat de schakelaar van de pomp A
staat.
B.
Voor modellen uit de HD serie met een
manuele transmissie stelt u het gewenste
versnellingenbereik in.
C.
Begin met de gewenste snelheid te rijden.
D.
Voor modellen uit de HD-serie met manuele
transmissie of met een automatische
transmissie die gebruikt wordt in de
manuele modus, dient u na te gaan of de
monitor de juiste gebruiksdosis aangeeft.
Indien nodig gebruikt u de schakelaar
voor de gebruiksdosis om de gewenste
gebruiksdosis te verkrijgen.
Opmerking:
HD-serie met automatische transmissie die
gebruikt worden in automatische modus,
past de computer de spuitdruk automatisch
aan om de gebruiksdosis te behouden.
E.
Rij terug naar het terrein waar u
spuitwerkzaamheden uitvoert.
7.
Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen op
A
en begin met spuiten.
AN
Opmerking:
Als de tank bijna leeg is, kan het
mengen leiden tot schuimvorming in de tank.
Zet de mengklep uit om dit te voorkomen. Als
alternatief kunt u ook een antischuimmiddel in
de tank gebruiken.
8.
Als u klaar bent met spuiten, zet u de
hoofdschakelaar
UIT
spuitbomen uit te schakelen. Daarna schakelt
u de aftakas uit (modellen uit de HD serie met
manuele transmissie).
MANUELE
44).
AUTOMATISCHE
Voor modellen uit de
om de schakelaars van alle
Voorzorgsmaatregelen
ter bescherming van het
gazon tijdens gebruik in
een stationaire stand
Belangrijk:
In sommige omstandigheden
kan de hitte van de motor, de radiateur en de
knaldemper schade toebrengen aan het gras als
de spuitmachine wordt gebruikt in een stationaire
stand. De machine loopt stationair als u de
spuitvloeistof in de tank mengt, handmatig spuit
met een spuitpistool of een loopspuitboom
gebruikt.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:
•
Spuit nooit in een stationaire stand bij zeer hete
en/of droge omstandigheden of als het gazon
tijdens deze perioden meer te lijden kan hebben.
•
Parkeer nooit op het gazon als u spuit in de
stationaire stand. Parkeer op een pad als dit
AN
mogelijk is.
•
Beperk zo veel mogelijk de tijd dat u de machine
op een bepaald stuk van het gazon laat draaien.
De mate van grasbeschadiging is afhankelijk van
de tijd en de temperatuur.
•
Stel het motortoerental zo laag mogelijk af
om de gewenste druk en stroom te verkrijgen.
Dit beperkt de hitte die wordt ontwikkeld en
de snelheid van de lucht die de koelventilator
voortbrengt.
•
Laat de hitte naar boven ontsnappen vanuit
het motorcompartiment door de stoel omhoog
te zetten als de machine wordt gebruikt in de
stationaire stand, zodat de hitte niet via de
onderkant van de machine wordt afgevoerd.
Spuittips
•
Overlap geen stukken waar u eerder hebt
gespoten.
•
Controleer of er geen spuitdoppen zijn verstopt.
Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen.
•
Schakel eerst met de hoofdschakelaar de
spuitbomen uit voordat u de spuitmachine
tot stilstand brengt. Nadat u de machine
tot stilstand hebt gebracht, moet u met de
motortoerentalbegrenzer van de neutraalstand de
motor op toeren houden, zodat het mengen blijft
doorgaan.
•
U verkrijgt betere resultaten als de spuitmachine in
beweging is wanneer u de spuitbomen inschakelt.
•
Let op veranderingen in de gebruiksdosis die
kunnen aangeven dat uw snelheid te hoog is voor
62