9
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De
algemene
checklist
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de
gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de
compressor ontstaan.
OPMERKING
Voor
modellen
met
upverwarming: Het apparaat bevat een automatisch
ontluchtingsventiel op de back-upverwarming. Zorg dat
deze open is. Alle automatische ontluchtingsventielen in
het systeem (in de unit en in de ter plaatse te voorziene
leidingen - indien aanwezig) moeten na de inbedrijfstelling
open blijven.
Voor andere modellen: De unit is voorzien van een
handmatig ontluchtingsventiel. Zorg dat dit gesloten is.
Open het alleen bij het uitvoeren van een ontluchting.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-
stand. De software is uitgerust met beschermende
functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit
voert deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag
ongewenst. Daarom kunnen de beschermende functies
worden uitgeschakeld:
▪ Bij eerste keer inschakelen: de beschermende
functies zijn standaard uitgeschakeld. Na 12 uur
worden ze automatisch ingeschakeld.
▪ Daarna: Een installateur kan de beschermende
functies handmatig uitschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar is,
kan hij de beschermende functies inschakelen door
[9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Nee.
9.1
Checklist voor de inbedrijfstelling
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde
punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit
nadat u ze gesloten hebt.
U
leest
de
volledige
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
EBLA09~16DA + EDLA09~16DA
Daikin Altherma 3 M
4P620239-1 – 2020.06
inbedrijfstelling.
Naast
de
inbedrijfstelling
vormt
een
een
geïntegreerde
back-
installatie-instructies,
zoals
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in het
hoofdstuk
"6 Elektrische installatie"
instructies, de bedradingsschema's en de geldende
wetgeving is uitgevoerd.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er
zijn
GEEN
samengedrukte leidingen in de buitenunit.
Alleen
bij
modellen
upverwarming (F1B: ter plaatse te voorzien), of als de
externe back-upverwarmingskit (F1B: in de fabriek
gemonteerd
in
de
geïnstalleerd:
Stroomonderbreker van de back-upverwarming F1B is
INgeschakeld.
Alleen voor tanks met ingebouwde boosterverwarming:
Stroomonderbreker F2B van de boosterverwarming
(ter plaatse te voorzien) is INgeschakeld.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekken in de buitenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en
staan volledig open.
Voor
modellen
met
upverwarming: Het automatisch ontluchtingsventiel (op
de back-upverwarming) is geopend.
Voor
andere
modellen:
ontluchtingsventiel is gesloten.
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend
wordt. Er moet schoon water eruit komen.
Het minimum watervolume is gegarandeerd in alle
omstandigheden.
Zie
controleren"
in
voorbereiden" [ 4 10].
(Indien van toepassing) De warmtapwatertank is volledig
gevuld.
9.2
Checklist tijdens inbedrijfstelling
Het
minimumdebiet
omstandigheden.
Zie
controleren"
in
voorbereiden" [ 4 10].
Ontluchten.
Proefdraaien.
Stelmotoren proefdraaien.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
9 Inbedrijfstelling
[ 4 14] beschreven
beschadigde
onderdelen
met
geïntegreerde
back-
back-upverwarmingskit)
een
geïntegreerde
back-
Het
handmatig
"Het
watervolume
en
debiet
"5.1
De
waterleidingen
wordt
gegarandeerd
in
alle
"Het
watervolume
en
debiet
"5.1
De
waterleidingen
Installatiehandleiding
of
is
39