10
nl | Inleiding
Bericht!
Alle connectoren, met uitzondering van de RS-232 en Ethernet host-interface, zijn inplugbare
terminals met schroefklemmen.
Afbeelding 3.4: Jumpers aan de onderkant
Bericht!
Voor meer details over het instellen van de hier genoemde jumpers en DIL schakelaars, zie
DIL-schakelaar selector, pagina 24.
3.3
Prestatiekarakteristieken
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
2020-01 | V02 |
18
Jumper voor het instellen van ofwel spanningsvrije relaisuitgang ("droge" modus) of
stroomsturing van de AMC2 interne voeding ("natte" modus).
19
DIL-schakelaar voor het instellen van het module-adres.
20
Jumper: evenredige verdeling van poteniaalverschil tussen de systemen en aarde
(afscherming) voor de uitbreidingsinterface.
Hostadres selecteerbaar met gebruik van de DIL schuifknop.
Vier mogelijke instelbare host-interfaces:
–
Ethernet (= standaard)
–
RS-485 2-draads
–
RS-485 4-draads
–
RS-232
Acht relaisuitgangen
–
spanningloos, voeding extern geleverd (droge modus)
–
gevoed door een interne voeding (natte modus)
Acht analoge ingangen met interne voeding
Batterij-gebufferde SRAM en realtime klok (RTC)
Inplugbare Compact Flash-kaart
Liquid Crystal Display
Overdrachtssnelheid host-interface Ethernet: RS-485: 38,4 kBit/s
Overdrachtssnelheid host-interface Ethernet: RS-232: 38,4 kBit/s
Overdrachtssnelheid host-interface Ethernet: 10/100 Mbit/s
Overdrachtssnelheid naar de uitbreidingsinterface: 9,6 kBit/s
Zelfregulerende schakelaar zenden/ontvangen
Installation manual
Access Modular Controller 2
Bosch Access Systems B.V.