NL
Opstarten
1. Controleer of alle componenten en accessoires zijn
meegeleverd.
2. Monteer het systeem en sluit het aan, zie de
bedradingsschema's.
3. Start het systeem op.
4. Het systeem detecteert alle componenten automatisch,
ook componenten die later zijn toegevoegd.
5. Het aansluiten van een nieuw product moet altijd
gebeuren met de stroom uit.
Systeemoplossing
Een systeem bestaat uit een bedieningspaneel, FCCF,
en een optioneel aantal (1-63) units (luchtgordijnen,
toegangspunten of bedieningspanelen) en sensoren. Het
instelpunt temperatuur en de ventilatorinstellingen voor het
systeem worden geselecteerd op het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel is uitgerust met een ingebouwde
temperatuursensor die kan worden gebruikt, of de
units of zones zijn voorzien van externe sensoren voor
kamertemperatuur die een betere sensorpositie hebben voor
lokale temperatuurregeling.
A. Systeem zonder externe ruimtesensoren
De temperatuursensor in het
bedieningspaneel stuurt het systeem,
samen met de inlaatsensor in ieder
product, aan.
B. Systeem met één externe ruimtesensor
Eén externe sensor voor kamertemperatuur
in het systeem stuurt alle units, samen met
de inlaatsensor in ieder product, aan.
Verwarming geblokkeerd afhankelijk van de
buitentemperatuur
Met informatie over de buitentemperatuur (FCOTX
/ FCTXRF / signaal buitentemperatuur in FCBAP)
wordt de verwarming automatisch geblokkeerd als de
buitentemperatuur tot boven de 15 °C stijgt. Het instelpunt
kan worden gewijzigd en deze functie kan worden
gedeactiveerd, zie Instellingen.
8
FC Frico Control - Quick guide
C. Systeem met meerdere producten met
externe ruimtesensoren aangesloten op
ieder product
Externe sensoren voor kamertemperatuur
sturen ieder product, samen met de
inlaatsensor in ieder product, aan.
D. Systeem met meerdere producten,
waarvan ten minste twee producten externe
ruimtesensoren hebben en ten minste één
product geen externe ruimtesensor heeft
Externe sensoren voor kamertemperatuur
sturen ieder product waarop ze zijn
aangesloten, samen met de inlaatsensor
in ieder product, aan. Producten zonder
sensoren worden aangestuurd door de
temperatuursensor in het bedieningspaneel
samen met de inlaatsensor in ieder product.