12.7 Waarschuwing, plaatsen
Waarschuwing
Zorg er voor dat u de stekker uit het stopcontact halt, voordat u de loopband gaat schoonmaken, of als u onderhoud gaat
plegen.
Plaatsing.
De loopband dient binnen te staan , zodat er geen vocht bij kan. Er mag geen water op de loopband komen, en steek ook
geen dingen in de loopband.
Zorg in de winter voor een beetje luchtvochtigheid. Zorg ervoor dat er weinig statische elektriciteit aan de loopband komt,
dit kan schade aanrichten.
13、Gids voor storingen.
Item
Storing
.
1
Loopband wil niet starten.
2
Display licht niet op.
3
Hartslag wordt niet
vertoont.
4
Hellingshoek werkt niet.
5
De loopband loopt
sneller/langzamer dan
wordt vertoont op het
display.
6
Loopmat slipt.
7
Loopmat ligt niet in het
midden.
8
Display vertoont E01.
9
Display vertoont E02.
10
Display vertoont E03
11
Display vertoont E04
Reden
De safety key is niet geplaats.
De stroomschakelaar staat op
"0"
De uppercable is niet goed
vebonden met de kabel van
het display.
De uppercable is beschadigd.
De hartslagsensor is niet goed
vochtig gemaakt.
Een verstoring door
electromagnetisme.
De kabel van de motor is niet
goed verbonden.
Niet gecorrigeerd.
Loopmat is niet strak genoeg
gespannen.
De printplaat en de lowerkabel
zijn niet goed verbonden.
De loopband start met een
hele hoge snelheid.
Geen snelheidsmeeting.
Geen motor signaal.
Hellingshoek alarm
Oplossing
Plaats de safety key op de juiste plek.
Zet de stroomschakelaar op "1"
Demonteer het display en controleer of
de uppercable goed is gemonteerd.
Vervang deze kabel.
Maak de hartslagsensoren iets vochtig
met water.
Blijf uit de buurt van electromagnetisme.
Haal de motorkap ervan en verbind de
kabel.
Pas het aan.
Lees svp punt 6.3
Lees svp punt 6.4
Demonteer de motorkap en controleer
de verbinding.
Controleer de stroomvoltage, als deze
onder 50% van het normale is, zorg dan
voor de juiste voltage.
Vervang de printplaat als deze defect is!
Controleer de motorkabel of deze juist is
verbonden, en zo nodig goed verbinden.
Controleer snelheidssensor of deze
goed is verbonden of gebroken is.
Controleer motorkabel of deze goed is
gemonteerd en niet is gebroken.
Controleer de kabels die aan de
hellingshoekmotor zitten of deze juist
zijn verbonden en niet defect zijn.
Daarna de printplaat herstarten.
14