Rnglijnversterker | Installatie- en Gebruikersinstructies | Systeemoverzicht
1.7
Knoppen, connectors en
indicators
1.7.1 Vooraanzicht
De voorzijde van de ringleidingversterker (zie
afbeelding 1.3) omvat:
1 Stroom LED/VU Meter - Een gecombineerde
stroom LED en VU meter. De groene LED licht
op wanneer de ringleidingversterker ingeschakeld
wordt. De VU meter toont het master VU niveau:
0 dB (rood), -6 dB, -20 dB (geel).
2 De elektrische stroom meter - Toont de
elektrische stoom door de inductieringleiding.
3 Fout LED - Licht op wanneer een bewaakte
functie van de ringleidingversterker een fout
vertoont (zie sectie 6.5).
4 Koptelefooncontrastekker - Verbindt de
koptelefoons met de ringleidingversterker.
5 Limiter LED - Licht op wanneer de begrenzer
actief is (zie sectie 6.5).
6 AGC LED - Licht op wanneer de automatische
versterkingscontrole (AGC) actief is (zie sectie
6.5).
7 Ringleidingintegriteit LED - Licht op wanneer de
inductieringleiding actief is (zie sectie 6.5).
8 Master volumeknop - Stelt de maximum
elektrische stroom in, die door de
inductieringleiding stroomt (zie sectie 5.2).
9 Toonregelingknoppen - Controleert de hoge
en lage tonen van het audiosignaal op de
inductieringleiding (zie sectie 6.4).
10 Input volumeknoppen - Controleert het volume
van audio-input 1 en audio-input 2 (zie sectie 6.3).
11 In-/uitschakelen - Schakelt de
ringleidingverterker in en uit (zie sectie 6.1 en
sectie 6.2).
Bosch Security Systems | 2005-05 | 9922-141-50672 nl
1.7.2
Achteraanzicht
De achterzijde van de ringleidingversterker (zie
afbeelding 1.3) omvat:
12 Compensatieknop voor verlies door metaal -
Regelt de compensatie voor verlies door metaal (zie
sectie 5.3).
13 Master/slave contrastekkers - Verbinden master en
slaves met de ringleidingversterker (zie sectie 4.7).
14 Line output - Verbindt een extern opnameapparaat
met de ringleidingversterker (zie sectie 4.5).
15 Fout output - Zendt de conditie van de
Ringleidingversterker naar een ander apparaat (zie
sectie 4.4).
16 Supervisieschakelaar - Schakelt de supervisie van
de priority input in of uit (zie sectie 5.4).
17 Voltagekeuzeschakelaar - Kiest het voltage waarop
de ringleidingversterker moet werken (zie sectie 4.6).
18 Stroomtoegang - Verbindt de ringleidingversterker
met de hoofdstroomvoorziening via een snoer (zie
sectie 4.6).
19 Aardingschroef - Verbindt de Ringleidingversterker
met de aarde.
20 Inductieringleiding output - Verbindt de
inductieringleiding met de ringleidingversterker (zie
sectie 4.1).
21 Audio inputs - Verbindt de ringleidingversterker met
de externe audio-inputs (zie sectie 4.2).
22 Priority input - Verbindt de ringleidingversterker
met systemen die het audiosignaal op de
inductieringleiding kunnen opheffen (zie sectie 4.3).
Bijvoorbeeld een Plena Voice Alarm System of een
Praesidio systeem.
23 Frequentiereeksschakelaar - Selecteert de
frequentiereeks van het audiosignaal op de
inductieringleiding (zie sectie 5,8).
24 AGC/Limiterschakelaar - Selecteert de
automatische versterkingscontrole (AGC) of de
begrenzer (zie sectie 5.7.2).
25 AGC reeksknop - Regelt de reeks van de
automatische versterkingscontrole (zie sectie 5.7.3).
nl
|
12