Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENING VAN DE MACHINE
Als noodslepen nodig is in geval van een noodgeval,
machinestoring of stroomonderbreking, kan de rem op
de volgende twee manieren worden gelost:
Methode 1:
1. Blokkeer de banden om te voorkomen dat de
machine wegrolt.
2. Zorg dat het gebied vrij is van obstakels.
3. Zorg dat de accuschakelaar in de UIT-positie staat.
4. Verwijder de twee bouten en de remkap.
Figuur 7-1
Nr.
1
2
3
5. Steek de remkapbouten in de twee gaten van de
rembehuizing.
6. Draai de bouten van de remkap aan, waardoor de
remmen van de rijmotor worden gelost.
7. Herhaal de bovenstaande stappen voor het andere
wiel. Nadat de beide remmen zijn gelost, kan de
machine worden verplaatst met behulp van
menselijke kracht.
8. Blokkeer de wielen na het verplaatsen en verwijder
de remkapbouten.
Methode 2:
1. Draai de sleutelschakelaar op de grondcontroller
naar de grondbedieningspositie.
2. Trek de noodstopknop op de platformcontroller uit in
de AAN-positie.
3. Trek de noodstopknop op de grondcontroller uit in de
AAN-positie terwijl u de entertoets vijf seconden
lang ingedrukt houdt, waarna de interface voor
programma-instellingen op het scherm wordt
weergegeven.
© Jun 2020
Tabel 7-1
Beschrijving
Remkap
Remkapbouten
Boutgat
4. Druk op de toets Pagina omlaag tot "Machine Mode"
(Machinemodus) wordt weergegeven op het scherm
en druk vervolgens op de Enter-toets.
5. Druk op de toets Pagina omlaag tot "Break Release"
(Remmen lossen) wordt weergegeven op het
scherm en druk vervolgens op de Enter-toets.
6. Op dat moment klinkt de claxon, terwijl de zoemer
voortdurend klinkt en wordt de rem gelost.
7. De machine kan nu worden verplaatst met behulp
van menselijke kracht.
BEDIENING OP DE
GROND
Voorafgaand aan gebruik van de machine:
1. Draai de sleutelschakelaar op de grondcontroller
naar de grondbedieningspositie.
2. Trek de noodstopknop op de platformcontroller uit in
de AAN-positie.
3. Controleer dat de accu is aangesloten op de
machine voordat u deze gebruikt.
De platformpositie aanpassen:
1. Gebruik de hef-/daalschakelaar op de
grondcontroller om de hef- en daalfunctie van het
platform te bedienen.
2. De grondcontroller kan de rij- en stuurfunctie van de
machine niet bedienen.
BEDIENING OP HET
PLATFORM
Voorafgaand aan gebruik van de machine:
1. Draai de sleutelschakelaar op de grondcontroller
naar de platformbedieningspositie.
2. Trek de noodstopknop op de grond- en
platformcontroller uit in de AAN-positie.
3. Controleer dat de accu is aangesloten op de
machine voordat u deze gebruikt.
De platformpositie aanpassen:
1. Druk op de hef-/daalknop van de platformcontroller,
waardoor de knop oplicht.
2. Druk op de inschakeltoets en houd deze ingedrukt.
3. Bedien de hendel volgens het hefsymbool op het
bedieningspaneel.
De stuurfunctie activeren:
1.
Druk op de rij- en stuurknop, waardoor de knop
oplicht.
Bedieningshandleiding GTJZ0408SE & 0608SE & 0408ME & 0608ME
Advertenties
Inhoudsopgave
