Inhoudsopgave
Advertenties
6.- INSTRUCTIES VOOR INGEBRUIKNAME
Voor de ingebruikname van het apparaat MOET de hele
gasinstallatie, inclusief de meter (indien aanwezig) zijn
gezuiverd en getest op gasdichtheid.
BELANGRIJK: open alle deuren en ramen, doof
open vuur en NIET ROKEN tijdens het zuiveren van de
gasleiding.
Voordat u begint met de inbedrijfstellingsprocedure,
zorg ervoor dat de centrale verwarming en de
huishoudelijk warm en koud watersysteem zijn gespoeld.
Hiermee wordt de besmetting verwijderd die ervoor zou
kunnen zorgen dat de ketel defect raakt.
6.1 HUISHOUDELIJK WARM WATER (H.W.W.)
Schakel het H.W.W.-isolatieklep in.
Vul en ontlucht de installatie door de verschillende
warmwaterkranen in de installatie aan te zetten.
Zorg ervoor dat er geen lekken in de installatie zitten.
6.2 CENTRALE VERWARMINGSCIRCUIT
Om ervoor te zorgen dat de ketel correct functioneert
MOET de druk in het cv-circuit moet tussen 0,8 en 1,6 bar
wanneer het koud is.
Zowel de ketel als de cv-installatie moet worden ontdaan
van alle lucht in de waterleidingen die
ruis en een verkeerde werking van het systeem kan
veroorzaken.
De ketel is uitgerust met een automatische ontluchter.
Ga als volgt te werk om de installatie correct te vullen, de
volgorde welke moet worden gevolgd:
- Open een of meer ontluchtingsschroeven van de
radiateur.
- Vul het CV-circuit met behulp van de goedgekeurde
methode beschreven in rubriek 4.8
- Schakel elk van de ventilatieopeningen uit als er water
begint te verschijnen.
- Draai de vulkraan dicht bij de manometer
groter dan 1,6 bar.
- Draai de hoofdschakelaar naar de winterstand om
ervoor te zorgen dat de pomp werkt. De pomp zal niet
werken als er onvoldoende druk is.
- Ontlucht het CV-circuit nogmaals. Dan laat
de druk afnemen in het circuit tot 1,6 bar.
Indien nodig open de overdrukklep om de druk
in het systeem te verminderen.
- Zorg ervoor dat er geen lekken in de installatie
zitten.
6.3 GASCIRCUIT
Ontlucht het gascircuit zoals hierboven
beschreven. Zet de gaskraan aan na de
installatie en controleer of dat er geen lekkages
zijn met behulp van lekdetectievloeistof.
6.4 INSTELLINGEN
Voorafgaand aan het verlaten van de fabriek is
de ketel vooraf ingesteld overeenstemming met
de informatie op het typeplaatje en hoeft daarom
niet verder aangepast te worden.
6.5 INBEDRIJFSTELLING
6.5.1 Voorafgaande waarschuwingen
- Zorg ervoor dat het cv-circuit helemaal vol en
geventileerd is. De manometer zou een druk
tussen 0,8 en 1,6 bar moeten aangeven.
- Zorg ervoor dat de luchtinlaat en de -uitlaat van
het rookkanaal niet zijn geblokkeerd.
6.5.2 Service voor sanitair warm water
Schakel de hoofdschakelaar in om de ketel in te
schakelen. Dus het groene lampje laat zien of de
ketel klaar is voor gebruik en levering van
H.W.W. op aanvraag.
Wanneer een hete kraan wordt geopend, wordt
de ketel automatisch geopend en verwarmt deze
direct om warm water te leveren. De
temperatuur van de keuzeknop moet op het
maximum worden ingesteld. Als de
omgevingstemperatuur te hoog is (zoals in een
heet klimaat) dan kan de temperatuur van het
warme water worden verminderd door deze
knop te gebruiken.
6.5.3 Warm water en centrale verwarming
Stel de klepstoters op de tijdklok in op een AAN-
positie en zorg dat de hoofdschakelaar is
ingeschakeld, zodat het groene lampje brandt.
De kamerthermostaat (indien aanwezig) tot max.
temperatuur.
16
Advertenties
Inhoudsopgave
