6 Voorzorgsmaatregelen voor installatie
6.1 Installatieregels
•
De installatie moet worden uitgevoerd door een erkende installateur, volgens de technische
instructies en met inachtneming van de huidige bepalingen.
•
Controleer of het te installeren toestel overeenkomt met het geleverde gassoort.
•
Nadat de geiser is geïnstalleerd, moet worden gecontroleerd of de aansluitingen voor water, gas
en verbrandingsproducten goed vastzitten.
•
Controleer of de inlaat gasdruk overeenkomt met de druk die is aangegeven voor het gebruik van
het apparaat.
•
Het apparaat moet worden gebruikt met water dat geschikt is voor menselijke consumptie in
overeenstemming met de huidige wetgeving. Als de waterhardheid hoger is dan 18°fH, wordt
aanbevolen om een waterbehandelingssysteem te gebruiken.
6.2 Voorzorgsmaatregelen voor installatie
Onjuiste installatie kan persoonlijk gevaar en materiële schade veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Controleer voordat u de geiser installeert of er een afvoer in de
vloer is waar de geiser het overtollige water kan afvoeren. Zorg
dat deze in de buurt van de installatiepositie van de geiser is
zodat het water tijdig kan weglopen.
De geiser moet worden geïnstalleerd op een plaats met
goede ventilatie en afvoer. De geiser moet worden
geïnstalleerd met een rookafvoerpijp en de rookafvoerpijp
moet naar buiten worden geplaatst.
De installatiepositie van de geiser mag niet in de nabijheid
zijn van blootliggende draden, elektrisch apparatuur en
gasleidingen. Plaats onder de geiser geen gasfornuizen,
gasovens en andere verbrandingsgastoestellen.
De installatielocatie van de geiser moet ver genoeg
verwijderd zijn van brandbare materialen zoals gordijnen
en wandkasten (meer dan 2 m).
Het is ten strengste verboden om de geiser te installeren in
de buurt van brandbare materialen (zoals benzine,
organische oplosmiddelen, enz.) en bijtende chemicaliën
(zoals
alcohol,
machinecorrosie te voorkomen.
zoutzuur,
enz.)
om
Afvoer
brand
of
9