5 Op het bussysteem aansluiten
Aansluittechniek
Aansluitstappen
22
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
Opmerking:
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
Bij kunststofbehuizingen moet de NPT-kabelwartel resp. de cond-
uit-stalen buis zonder vet in het schroefdraadelement worden
geschroefd.
Maximale aandraaimoment voor alle behuizingen zie hoofdstuk "
Technische gegevens".
5.2
Aansluiten
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
De verbinding met de display- en bedieningsmodule resp. de interfa-
ce-adapter wordt via contactpennen in de behuizing uitgevoerd.
Informatie:
Het klemmenblok is opsteekbaar en kan van de elektronica worden
afgenomen. Hiervoor klemmenblok met een kleine schroevendraai-
er optillen en uittrekken. Bij opnieuw plaatsen moet deze hoorbaar
vastklikken.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule door iets
draaien naar links uitnemen
3. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
4. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
5. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
Fig. 16: Aansluitstappen 5 en 6
1
Eenkamerbehuizing
2
Tweekamerbehuizing
6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de klemmen steken
1
VEGABAR 83 • Foundation Fieldbus
2