Beeldstabilisator
Hoe dichter het onderwerp bij de camera is, hoe
●
●
kleiner het effect van de beeldstabilisator.
De beeldstabilisator kan een wazige foto die
●
●
wordt veroorzaakt door beweging van het
onderwerp niet compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op OFF wanneer
●
●
u foto's neemt met de Bulb-instelling (lange
belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar
op ON staat, kan de beeldstabilisatorfunctie
fouten veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed bij
●
●
het maken van een foto vanuit een hard op en
neer schuddend voertuig.
De beeldstabilisator verbruikt meer stroom dan
●
●
normaal fotograferen, wat resulteert in minder
foto's en kortere filmopnamen.
Bij het fotograferen van een stilstaand
●
●
onderwerp wordt gecompenseerd voor trillingen
van de camera in alle richtingen.
Bij opnamen waarbij onderwerpen in een
●
●
horizontale richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor verticale trillingen van de
camera; bij opnamen waarbij onderwerpen in
een verticale richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor horizontale trillingen van
de camera.
Als u een statief gebruikt, moet u de
●
●
beeldstabilisator uitschakelen, om de batterij te
sparen.
Zelfs met een monopod zal de beeldstabilisator
●
●
even effectief zijn als tijdens fotograferen
vanuit de hand. Echter, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zijn er gevallen waarin
het effect van de beeldstabilisator minder
effectief kan zijn.
NLD-10