Druk/vacuüm
Tankmateriaal
Tankvormen
Condensaatvorming
VEGACAL 65 • Profibus PA
Fig. 4: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal tegen het product
en de procestemperatuur bestendig is.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Isolerende maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroef-
draad met teflonband, kunnen bij metalen tanks de noodzakelijke
elektrische verbinding onderbreken. Aard daarom de meetsonde op
de tank of gebruik geleidend afdichtingsmateriaal.
Metalen silo
Let erop, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de
tank elektrisch geleidend is, om voldoende massa te waarborgen.
Gebruik geleidende pakkingen zoals bijv. koper en lood. Isolerende
maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad met
teflon band, kunnen bij metalen tanks de noodzakelijke verbinding
onderbreken. Aardt daarom de meetsonde aan de tank of gebruik
geleidend afdichtingsmateriaal.
Niet geleidende silo
Bij niet geleidende tanks, bijv. kunststoftanks, moet de tweede pool
van de condensator afzonderlijk worden gerealiseerd.
De capacitieve meetsonde moet zo mogelijk verticaal resp. parallel
t.o.v. een tegenelektrode zijn gemonteerd. Dit geldt vooral bij niet-ge-
leidend medium.
In liggende cilindrische tanks, kogeltanks of andere asymmetrische
tankvormen ontstaan vanwege de variërende afstand tot de tankwand
alineaire niveauwaarden.
Gebruik in niet-geleidende media een omhullingsbuis of lineariseer
het meetsignaal.
Wanneer aan het dak van de tank condens wordt gevormd, kan de af-
druipende vloeistof een brug vormen en zo meetfouten veroorzaken.
Gebruik daarom een beschermbuis of een langere isolatie. De lengte
is afhankelijk van de condensatiehoeveelheid en het gedrag van het
product.
4 Monteren
13