Versterkingsfactor afstellen
FP1 en FP3
Maak een geluidstest. Gebruik de
geluidsversterkingsregelaar aan
de zijkant (FP1) of voorkant (FP3)
van het apparaat om de versterk-
ingsfactor hoger (+) of lager (−) af
te stellen tot het gewenste niveau
is bereikt.
Alleen FP3: Zo afstellen dat
de audio-ingangsniveau-
indicator geel knippert bij
piekgeluidsniveaus.
Instellen van één systeem
1. Maak een groepsscan:
Houd de knop scan 3 seconden ingedrukt. Wanneer de scan is
voltooid, worden de nieuwe groep en het kanaal automatisch geac-
tiveerd en opgeslagen.
2. Synchroniseer de zender:
Lijn de infrarood (IR-)poorten van zender en ontvanger uit en druk op
de knop sync.
Na een geslaagde synchronisatie knippert de LED van de zender kort-
stondig en licht de blauwe RF-LED op.
Handmatige selectie van groep en
kanaal (alleen ontvanger)
Belangrijk: De meeste toepassingen met één systeem vereisen geen
handmatige selectie van groeps- of kanaalinstellingen; gebruik hiervoor
een automatische frequentiescan. Bij sommige toepassingen kan het
echter wel zinvol zijn, bijvoorbeeld voor het afstemmen op en opnemen
van geluidssignalen rechtstreeks vanaf een microfoon in een compatibele
draadloze installatie.
De groep instellen:
1. Druk tegelijkertijd op de knoppen scan en sync. De weergave GROUP
knippert.
2. Druk op de knop sync om het groepsnummer te wijzigen.
3. Druk op scan om de geselecteerde groep te accepteren.
4. Druk nogmaals op scan om op te slaan en af te sluiten.
5. Maak indien gewenst een kanaalscan om in die groep een open kanaal
te selecteren.
Het kanaal instellen:
1. Druk tegelijkertijd op de knoppen scan en sync. De weergave GROUP
knippert.
2. Druk op scan om naar de kanaalinstelling te gaan. Het nummer
CHANNEL knippert.
3. Druk op de knop sync om naar het gewenste kanaalnummer verder te
gaan.
4. Druk op scan om op te slaan en af te sluiten.
Opmerking: Denk eraan om de zender met de ontvanger te
synchroniseren.
FP3
FP1
FP2
De handheld zender hoeft normaal
niet te worden afgesteld en moet voor
de meeste toepassingen op 0dB bli-
jven staan. Gebruik alleen de –10dB
instelling voor harde zang of andere
toepassingen met een hoge SPL als
er hoorbare vervorming optreedt.
Schroef de microfoonkop eraf om
de stelschakelaar voor de versterk-
ingsfactor te bereiken. Verplaats de
schakelaar met de punt van een pen
of een kleine schroevendraaier:
0dB: Voor normaal gebruik.
–10dB: Alleen gebruiken als het geluid wordt vervormd door te hoge
SPL-niveaus.
Instellen van meerdere systemen
Volg onderstaande stappen voor de best mogelijke prestaties bij gebruik
van meerdere draadloze systemen op dezelfde locatie.
1. Schakel alle ontvangers in en alle zenders uit.
Opmerking: Schakel andere digitale apparatuur in die tijdens de
uitvoering storing kan veroorzaken, zodat deze wordt gedetecteerd
tijdens de frequentiescans in de volgende stappen.
2. Maak een groepsscan met de eerste ontvanger door de knop scan 3
seconden ingedrukt te houden.
3. Schakel de eerste zender in en synchroniseer deze met de ontvanger.
Voor elk ander aanvullend systeem:
1. Stel handmatig het groepsnummer af op de eerste ontvanger (zie
Handmatige selectie van groep en kanaal).
2. Maak een kanaalscan door op de knop scan te drukken.
3. Synchroniseer de zender met de ontvanger.
Belangrijk: Wanneer een zender is gesynchroniseerd, houd deze dan
ingeschakeld, zodat scans van de andere ontvangers dit kanaal niet kun-
nen selecteren. Let erop dat er tegelijkertijd maar één IR-poort van een
zender toegankelijk is bij het synchroniseren van elk systeem.
Automatische frequentiescan
Als u last hebt van RF-interferentie schakel dan naar een nieuw kanaal
met behulp van de kanaal- of groepsscan.
Kanaalscan: Druk op de knop scan op de ontvanger. Zo wordt naar een
nieuw kanaal in dezelfde groep geschakeld.
Groepsscan: Houd de knop scan 3 seconden ingedrukt. Zo wordt een
nieuwe groep gezocht en een open kanaal in die groep geselecteerd.
(Niet gebruiken in meervoudige systeeminstallaties, tenzij alle systemen
naar dezelfde groep worden verplaatst.)
De zender vergrendelen en
ontgrendelen
Het vergrendelen van de zender voorkomt dat instellingen per ongeluk
worden gewijzigd.
De bedieningselementen vergrendelen: Houd, terwijl de zender is
uitgeschakeld, de aan/uit-knop ingedrukt tot de groene LED knippert (~5
seconden)
De bedieningselementen ontgrendelen: Houd, terwijl de zender is
ingeschakeld, de aan/uit-knop ingedrukt tot de groene LED knippert (~5
seconden)
6
PGXD
FP2