Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen. Constateert u beschadigingen, probeer
dan niet het apparaat weer in gebruik te nemen.
Wordt het netsnoer van dit apparaat beschadigd, moet
deze door de fabrikant of de klantendienst hiervan of door
een vergelijkbaar gekwalificeerde persoon worden
vervangen, zodat gevaren worden voorkomen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• De bedrijfstemperatuur in het hoofdstuk technische bijlage
aanhouden.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
Het apparaat werkt zonder of met een gereduceerde
koelcapaciteit:
• Controleer of de bedrijfsmodus Koeling is ingesteld.
• Controleer de stand van de ventilatielamellen. De
ventilatielamellen moeten zo ver mogelijk geopend zijn.
• Controleer de luchtfilter(s) op vervuilingen. Luchtfilter(s)
indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer of de ruimte geopende ramen en / of deuren
heeft. Sluit ze indien nodig.
• Controleer de temperatuurinstellingen op het apparaat.
Verlaag de ingestelde temperatuur, als deze boven de
ruimtetemperatuur ligt.
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen voordat het
weer aansluit op het stroomnet.
• Controleer of de omgevingstemperatuur overeenkomt komt
met de doeltemperatuur (in de bedrijfsmodus Koeling). De
compressor schakelt pas in, als deze temperatuur is
bereikt.
• De compressor start evt. met 3 minuten vertraging, omdat
deze een interne beveiliging heeft tegen directe
herinschakeling.
14
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Het apparaat reageert niet op de infrarood-
afstandsbediening:
• Controleer of de afstand van de afstandsbediening t.o.v.
het apparaat te groot is en verklein de afstand, indien
noodzakelijk.
• Zorg dat er geen hindernissen, zoals meubels of muren,
zijn tussen apparaat en afstandsbediening. Zorg voor
zichtcontact tussen apparaat en afstandsbediening.
• Controleer de laadtoestand van de batterijen en vervang
ze, indien noodzakelijk.
• Controleer of de polen van de batterijen in de juiste richting
liggen als de batterijen net zijn vervangen.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
monoblock airconditioner zonder buiteneenheid PAC-W 2200 S
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
NL