Sonar instellen
De beschikbare sonar weergaves en de bijbehorende menu opties op uw headunit worden bepaald door de aangesloten transducer en de
ingestelde transducerbron. De geselecteerde transducer moet pingen om tonen van weergaves mogelijk te maken.
Wanneer u een transducer aansluit op de Black Box Sonar of op de Solix headunit, zal deze automatisch in het netwerk worden
waargenomen. De meest geschikte transducerbron wordt gekozen en deze zal automatisch starten met het pingen.
Handmatig een transducerbron selecteren, lees: Montage Informatie / Uw Humminbird Netwerk instellen.
Transducerinstellingen: Om uw transducerinstellingen, sonarfrequenties, diepte offset, maximale diepte te bekijken, lees: Montage
Informatie / Transducerinstellingen wijzigen. U kunt ook www.humminbird.com de transducer installatiegids downloaden en de
troubleshoot opties bekijken.
Sonarinstellingen: U kunt ook de opties: Watertype, storingsfilter, en transducerbundels wijzigen. De belangrijkste sonarinstellingen
vindt u in de optie Instellingen / Sonar. (HOME > Instellingen > Sonar). Wanneer een extra transducer wordt aangesloten (zoals
bijvoorbeeld een 360 Imaging transducer of een Airmar CHIRP transducer), dan zullen de menu opties hiervan automatisch aan het
menusysteem worden toegevoegd. Meer informatie, lees: Montage Informatie / Transducerinstellingen.
OPMERKING:
Kijk op de website van uw verkooppunt voor de meest recente transducers en overige accessoires, die geschikt zijn voor uw
Humminbird unit.
Sonar
166