Figuur 3
5. Plaats de kaarten in het chassis. Zorg ervoor dat de LED's van de kaart op
één lijn liggen met de gaatjes in het chassis en zorg er ook voor dat de con-
nector aan de zijkant van de kaart op één lijn ligt met de connector op de
bodem van het chassis. Gebruik de zwarte geleidestrook op de bodem van
de kast om de kaart te richten. Zie figuur 3.
6. Wanneer de connector op de kaart op één lijn ligt met de connector op het
moederbord, drukt u voorzichtig om de kaart vast te zetten.
7. Schroef de DSP-kaart vast op zijn plaats. Zie figuur 4.
8. Plaats de afdekplaat weer terug en draai de acht schroeven vast. Steek de
stekker in het contact en zet de ESP-88 aan.
9. Gebruik de ontwerpsoftware van ControlSpace™ om te controleren of de
kaart correct is geïnstalleerd:
a) Druk op scan en controleer of de software de kaart detecteert.
b) Klik rechts op ESP-88. Als de kaart correct is geïnstalleerd, zal in de nu
getoonde eigenschappen DSPx4 als DPS-type worden weergegeven. Zie
figuur 5..
10. Als een foutbericht verschijnt of als de software de DSP-uitbreidingskaart niet
juist detecteert, voert u de installatie nogmaals uit volgens de instructies. Zorg
ervoor dat de kaart goed in de connector is aangedrukt en dat de kaart juist is
uitgelijnd in het chassis.
Figuur 4
Figuur 5
©2006 Bose Corporation, The Mountain Framingham,
MA 01701-9168 USA
AM299785 Rev.00
pro.bose.com