8.4 Correctie van het nulpunt
De weeg-/steekwagen met de toets
aanzetten.
Controleren of de vorken van de weeg-/steekwagen
leeg zijn.
De weeg-/steekwagen op de referentiehoogte heffen
(zie hoofdstuk 8, afb. 1).
Indien aanduiding geen nul aanwijst, met de toets
op nul zetten.
8.5 Tarreren
De gewogen container naar de referentiehoogte heffen (zie hoofdstuk 8,
afb. 1).
De weeg-/steekwagen met de toets
aanzetten. Het gewicht van de gewogen container
verschijnt.
Met de toets
De container met het gewogen materiaal vullen, het
netto gewicht verschijnt.
Nadat de container van de weegschaal wordt
weggehaald, verschijnt het tarragewicht als een minus-
waarde. Het tarragewicht wordt gememoriseerd totdat
de toets
opnieuw wordt gedrukt of de
weegschaal wordt uitgeschakeld.
19
tarreren.
VHE-A-BA-nl-1812