7
7
Netwerkinstellingen uitvoeren
Netwerkinstelling
Als een breedbandrouter (met een ingebouwde DHCP-
serverfunctie) op dit apparaat is aangesloten, hoeft u alleen
maar de DHCP-serverfunctie in te schakelen en is het niet
nodig om het netwerk handmatig in te stellen. Voordat u
begint met het maken van de netwerkinstellingen, dient u uw
ISP of netwerkbeheerder te raadplegen voor de vereiste
instelwaarden. Raadpleeg tevens de handleiding die bij uw
netwerkapparaat wordt geleverd. Eventuele wijzigingen
aangebracht in een router zonder DHCP-serverfunctie,
moeten ook in de netwerkinstellingen worden doorgevoerd.
1.
Automatische instelling
Zorg ervoor dat de LAN-kabels zijn aangesloten (bladzijde 11).
1
Druk op SETUP.
Het scherm Initial Setup verschijnt op de display.
Selecteer Network Setting Network Configuration.
2
Network Setting
Network Configuration
Friendly Name
Gebruik / om DHCP On te selecteren en druk daarna
3
op ENTER.
Selecteer Don't Use Proxy Server.
Network Configration
DHCP On
DHCP Off
Opmerking
•
Als DHCP niet door uw router wordt ondersteund, stel dan
handmatig de netwerkinstellingen in. Bevestig de tweede
handmatige instelling.
2.
Handmatige instelling
1
Druk op SETUP.
Het scherm Initial Setup verschijnt op de display.
Selecteer Network Setting Network Configuration.
2
Network Setting
Network Configuration
Friendly Name
Gebruik / om DHCP Off te selecteren en druk daarna
3
op ENTER.
Gebruik /// om het IP-adres in te voeren en druk
4
daarna op ENTER.
IP Address
255 .
255
255
.
.
/: Naar het volgende of vorige cijfer schuiven.
/: De waarden verhogen of verlagen.
IP Address
Het IP-adres dat wordt ingevoerd, moet binnen de
volgende bereiken zijn gedefinieerd. Als het IP-adres
buiten de volgende bereiken is gedefinieerd, kunt u geen
audiobestanden afspelen die op apparaten in het netwerk
zijn opgeslagen en kunt u ook niet naar
internetradiozenders luisteren.
Groep A: 10.0.0.1 tot 10.255.255.254 / Klasse B: 172.16.0.1
tot 172.31.255.254 / Klasse C: 192.168.0.1 tot
192.168.255.254
Subnet Mask (subnetmasker)
Als een xDSL-modem of een terminaladapter rechtstreeks
op dit apparaat is aangesloten, voert u het subnetmasker
in dat in uw ISP-documentatie staat. In de meeste
gevallen kan 255.255.255.0 worden ingevoerd.
Default Gateway (standaardgateway)
Als een gateway (router) op dit apparaat is aangesloten,
voert u het bijbehorende IP-adres in.
Primary DNS Server/Secondary DNS Server
Als er slechts één DNS-serveradres in uw ISP-
documentatie is opgenomen, voert u Primary DNS
Server in. Als er meer dan twee DNS-serveradressen zijn,
voert u Secondary DNS Server in het andere adresveld
voor de DNS-server in.
•
Wanneer dit systeem via een proxyserver met het internet
wordt verbonden, zijn instellingen voor de proxyserver
vereist.
Selecteer Use Proxy Server en druk op ENTER in stap 1.
3.
Proxy Server-instelling
Voer daarna de Proxy Host Name in en het poortnummer
van uw proxyserver in het veld Proxy Port.
255
25