Uw Oxyfix® C-90 heeft de vorm van een betonnen kuip, die onderverdeeld is in drie
compartimenten:
Compartiment 1 (primaire bezinktank): Het afvalwater wordt verzameld in de
primaire bezinktank. De zwevende materialen bezinken in het onderste deel van
deze kamer om "voorbehandeld" te worden door anaërobe bacteriën. Er treden
anaërobe verterings- en vloeibaarmakingsmechanismen op. De primaire bezinktank
speelt ook de rol van ontvetter.
Na een bepaalde gebruikstijd kan op het oppervlak van de primaire bezinktank een
"deksel" van vet, cellulose... gevormd worden.
Om te vermijden dat de aanvoer van het afvalwater in het gedrang komt door dit
obstakel, zijn de Oxyfix® C-90-systemen uitgerust met een verluchte dompel-T die
de influenten rechtstreeks onder dit "deksel" leidt.
Deze T maakt het ook mogelijk de binnenkomende stroom te dempen, wat twee ex-
tra voordelen biedt:
- het werk van de anaërobe bacteriën wordt niet verstoord door een plotselinge,
brutale toevoer van afvalwater;
- de beweging die opgelegd wordt aan het influent bevordert de eerste bezinking
ervan.
Compartiment 2 (biologische reactor): Via een ondergedompelde leiding bereikt
het "voorbehandelde" water vervolgens de bodem van de biologische reactor, waar
de resterende organische verontreiniging dit keer afgebroken zal worden door
aërobe bacteriën.
De toevoer van zuurstof aan de bacteriën gebeurt door een beluchter.
De beluchter is met een luchtverdeelbuis verbonden. Deze is in het onderste deel
van de biologische reactor aangebracht en bestaat uit luchtverdelers "die fijne belle-
tjes opwekken" en niet verstopt kunnen raken.
De bijzonderheid van het systeem schuilt in het feit dat de bacteriën van de biolo-
gische reactor zich vastzetten en uitgroeien op een originele ondergedompelde
drager: de Oxybees®.
Compartiment 3 (nabezinker): Na de behandeling in de biologische reactor komt
het water in de nabezinker. Het secundaire slib zet zich af en concentreert zich in
het onderste deel.
Het gezuiverde water wordt dan afgevoerd via het bovenste deel van de nabezinker
waar er, als ultieme voorzorgsmaatregel, een voorziening is om het behandelde af-
valwater af te voeren zonder eventuele zwevende deeltjes mee te nemen. Deze
voorziening werd speciaal ontworpen om gemakkelijk toegankelijk te zijn en een-
voudig monsters te kunnen nemen die representatief zijn voor het afvalwater.
De nabezinker is uitgerust met een decanteerconus die het slib op het diepste punt
van het compartiment concentreert en het aanzuigen ervan optimaliseert via het
systeem voor recirculatie van het secundaire slib (airlift).
De airlift zorgt voor de hercirculatie van het behandelde afvalwater en het slib van
de nabezinker (waar de tweede klaring plaatsvindt) naar de primaire bezinktank.
9