e_kb455.book Page 79 Wednesday, September 19, 2007 12:09 PM
De opnamefuncties instellen
s b R A d q < z e i \ c Q E D Y
De scherpstelfunctie selecteren
Scherpstelinstelling
=
Standaard
q
Macro
r
Super Macro
s
Oneindig
3
Pan Focus
Handmatig Focus Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
\
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Bij elke druk op de knop verandert
de scherpstelinstelling. U kunt de instelling
ook wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
De scherpstelinstelling wordt opgeslagen en
de camera gaat terug naar de opnamestand.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
40 cm of meer is (60 cm of meer voor telestand). De camera stelt
scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
ca. 10 cm tot 1 m is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het
autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
ca. 5 tot 40 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het
autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Voor zoomen is alleen de digitale zoom beschikbaar.
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de verte.
De flitser staat ingesteld op a (Flitser uit).
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt om
opnamen voor u te maken, of wanneer u landschapopnamen maakt
vanuit een rijdende auto of trein. De opnamen wordt van voor tot
achter scherp.
1
2
Focusinst.
Focusinst.
Focusinst.
Standaard
Standaard
Standaard
OK
OK
OK
OK
4
79