Inhoudsopgave
Advertenties
4. regelsysteem
(1).oliealarmsysteem (geel)
Het motoroliebeschermingssysteem stopt de motor automatisch als er te
weinig olie is en het oliecontrolelampje gaat branden. Controleer het oliepeil en
vul olie bij indien nodig en start de motor opnieuw.
Als het motorolielampje enkele seconden knippert, betekent dit dat de
oliecapaciteit onvoldoende is. Vul olie bij en start de motor opnieuw.
(2) Overbelastingsindicator (rood)
Als het overbelastingslampje brandt, is je generator overbelast. Op dat
moment zal de AC overbelastingsbeveiliging inschakelen en de generator
stoppen om deze te beschermen. Het bedrijfslampje (groen) gaat uit en het
overbelastingslampje (rood) gaat aan, maar de motor wordt niet uitgeschakeld.
Als het overbelastingslampje brandt en de generator geen vermogen levert,
neem dan de volgende maatregelen:
1. Verwijder de aangesloten apparatuur en stop de motor.
2. Verminder het totale vermogen van aangesloten elektrische apparatuur
binnen het nominale uitgangsbereik.
3. Controleer of de koelluchtinlaat geblokkeerd is of dat andere relevante
besturingsonderdelen abnormaal zijn. Als er iets is, repareer het dan
onmiddellijk.
4. Start de motor opnieuw na controle.
OPMERKING: Bij gebruik van elektrische apparatuur met een hoge
startstroom (zoals compressoren en zinkpompen), kan het
indicatielampje voor overbelasting enkele seconden knipperen;
maar dit duidt niet op problemen zoals eerder vermeld.
Advertenties
Inhoudsopgave
