5.2 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VOOR MOTOREN 230V
Voer de elektrische aansluitingen uit volgens de aanwijzingen in "Tabel 2" en het schema op pag. 10
OPGELET Om een passend niveau van elektrische veiligheid te garanderen, moeten alle kabels dubbel geïsoleerd zijn. Zorg voor een
duidelijke scheiding (minimum 4 mm bovengronds of 1 mm doorheen de supplementaire isolatie) van de kabels met zeer lage veilig-
heidsspanning en de kabels met lage spanning (230 V ~) door ze in plastic leidingbuisjes te plaatsen en ze vast te maken met gepaste
spanbandjes dicht bij de klemmenblokken.
OPGELET Gebruik, voor de aansluiting op het net, een multipolaire kabel met een minimum doorsnede van 3X1,5 mm2 en van het
type dat voorgeschreven wordt in de geldende normen. Voor de aansluiting van de motoren gebruikt men een kabel met een minimum
doorsnede van 1,5 mm2 en van het type dat voorgeschreven wordt in de geldende normen. Als voorbeeld, als de kabel buiten ligt (in
open lucht), moet hij minstens gelijk zijn aan H07RN-F, terwijl, wanneer hij binnenin (in een leidingbuisje) ligt, hij minstens gelijk moet
zijn aan H05VV-F.
OPGELET Alle kabels moeten gestript en blootgelegd worden in de onmiddellijke nabijheid van de klemmen. Houdt de kabels een beetje
langer om later de overtollige delen eventueel te verwijderen.
OPGELET Voor de aansluiting van de encoder op de sturingskast moet er uitsluitend een speciale kabel 3x0,22mm
1-2
230 V ~ ±10% (50/60 Hz) Ingang stroom
3-4-5
Uitgang motor 1 230 V ~ max 600W
Uitgang motor 2 230 V ~ max 600W (indien aanwezig)
6-7-8
9-10
Uitgang 230 V ~ max 150 W voor vast controlelampje open poort (indien P052=0) of courtesy ligth (indien P052>1)
11-12
Uitgang knipperlichtje 230 V ~ max 40W
Uitgang "boost" voor elektrovergrendeling max 1 art.110 (indien P062=0), uitgang 24V max 5W impuls
13 (-)
(als P062=1), stappenmotor (indien P062=2), uitgang elektromagnetische rem voor omkeerbare motoren
13-14
(indien P062=3), uitgang voor voeding elektrovergrendeling via extern relais (indien P062=4), uitgang voor
14 (+)
elektromagnetische voeding voor slagbomen (indien P062=5) of getemporiseerde uitgang (indien P062>5).
Uitgang 24V.
15-16
Flash 230 (indien ingesteld FL) of van de uitgang Warning (indien ingesteld WL).
Opgelet: Het bereik van de uitgang laat enkel het gebruik van LED knipperlampjes toe.
17 - N.C.
Input 6 FCC 1.Bij interventie stopt de sluitingsrit van motor 1. Indien niet gebruikt
17-18
kortsluiten.
18 - Com
19 - N.C.
Input 5 FCA 1. Bij interventie stopt de openingsrit van motor 1. Indien niet gebruikt
19-20
kortsluiten.
20 - Com
Input 4 FOTO 1. Wanneer actief (Zie P050 in tabel parameters), veroorzaakt de active-
21 - N.C.
ring van ingang FOTO 1: de inversie van de beweging (tijdens sluiting), het stoppen van
21-22
de beweging (tijdens opening), belet de start (met gesloten poort). Indien niet gebruikt
22 - Com
kortsluiten.
23 - N.C.
Input 3 SAFETY. Bij activering volgt er inversie van de beweging. Zie P055 en P056 in
23-24
tabel parameters. Indien niet gebruikt kortsluiten.
24 - Com
25 - N.O.
25-26
Input 2 PED. Bij interventie volgt de opening van de enige motor 1.
26 - Com
Input 1 START. Bij interventie volgt opening of sluiting van de motoren. Kan functioneren
27 - N.O.
27-28
in modaliteit "inversie" (P049=0) of "stap-voor-stap" (P049=1).
28 - Com
29
Ingang signaal radio-antenne
30
Ingang aarding radio-antenne
31-32
Uitgang 24 V ~ hulpvoeding
33 (+)
33-34
Uitgang 24V
34 (-)
Tabel 2 "Aansluiting op de klemborden"
max 100mA; Via selectie van de jumper FL/WL is een kloon in 24V mogelijk van de uitgang
voeding gecontroleerde veiligheidsdispositieven
worden gebruikt.
2
(AUX + ST)
=
max 200mA
9