systeem de huidige status opslaan voordat de stroom wordt onderbroken en automatisch naar
de bedieningsmodus gaan voordat de stroom wordt onderbroken nadat de stroom is geleverd .
7.3 Ontdooifunctie
1) Omgevingstemperatuur < 5 °C, of omgevingstemperatuur > 38 °C, compressor en ventilator
stoppen.
2) Ontdooiingsvereiste: Compressor loopt 30 minuten, temperatuursensor detecteert de tempe-
ratuur ≤-1°C, (laatste 10 seconden), compressor stopt, ontdooiing start, ventilator gaat door,
ontdooilicht aan, wanneer de buistemperatuur naar 5°C gaat of het ontdooien duurt 15 minu-
ten, het ontdooien stopt.
Let op: tijdens het ontdooien gaat het licht pas uit als het ontdooien voorbij is.
8. FOUTMELDINGEN
(1) "E1": Als de temperatuursensor defect is geraakt, wordt "E1" weergegeven. Het systeem
werkt in een cirkel van ontvochtiging gedurende 30 minuten en ontdooien gedurende 15 minu-
ten. We moeten de defecte temperatuursensor vervangen door een nieuwe.
(2) "E2": Als de vochtigheidssensor defect is geraakt, wordt "E2" weergegeven. De vochtig-
heidsaanpassingsknop zal niet werken. Het systeem werkt in een cirkel van ontvochtiging ge-
durende 30 minuten en ontdooien gedurende 15 minuten. We moeten de defecte vochtigheids-
sensor vervangen door een nieuwe.
(3) "CL": Wanneer de kamertemperatuur < 5°C, wordt "CL" weergegeven, de machine stopt met
werken.
(4) "CH": Wanneer de kamertemperatuur > 38°C, wordt "CH" weergegeven, de machine stopt met
werken.
(5) "LO": Wanneer de luchtvochtigheid in de kamer < 20% RH, wordt "LO" weergegeven, de
machine stopt om te draaien.
(6) "HI": Wanneer de luchtvochtigheid in de kamer ≥ 95% RH, zal "HI" worden weergegeven,
de machine werkt normaal.
9. ONDERHOUD
9.1 Maak de machine schoon met een zachte, natte doek.
9.2 Trek de lamel op het voorpaneel naar buiten om toegang te krijgen tot het filter.
12