Geavanceerde configuratie
Indien de basisconfiguratie (A-P) niet aan de vereisten voldoet, kan elke toets afzonderlijk worden geprogrammeerd door de
onderstaande procedure te volgen. Aan het einde zet u DIP 1-2-3-4 van S2 (PROG) op ON. Bij deze DIP-instellingen bedienen
de toetsen de geprogrammeerde functies.
"Basisconfiguratie"
).
Intercomoproep
Inleiding
Met "algemene intercomoproep" wordt de oproep bedoeld vanaf een deurtelefoon/video-deurintercom naar de toestellen
(van hetzelfde of een ander appartement) met hetzelfde oproepadres als dat van het appartement (gebruikerscode).
Met "Intercomoproep met selectief adres" wordt de oproep bedoeld vanaf een deurtelefoon/video-deurintercom naar
een toestel (of meerdere) met een speciaal (selectief) adres dat anders is dan het oproepadres van het appartement
(gebruikerscode).
De algemene en selectieve intercomoproepen zijn NIET compatibel op dezelfde stamleiding!
Algemene intercomoproep: programmering toetsen
1. Noteer de instellingen van de DIP-switches S1.
2. Ga naar de programmering door DIP 6 van S2 op ON te zetten.
» de led
knippert
3. Raadpleeg de tabel
"Basisconfiguratie"
de toets die u wilt programmeren, stel daarna de DIP-switches van S2 in.
Voorbeeld: Voor toets 1= Intercom (INT) plaats de DIP-switches 1-2-3-4 van S2 zoals in regel "C" van de tabel "Basisconfiguratie".
4. Stel de DIP-switches van S1 volgens het oproepadres van het gewenste appartement.
Zie
"Adresseringstabel"
5. Druk de toets in waaraan u de functie wilt toewijzen en laat weer los.
»
Signalering van correct uitgevoerde procedure: de led
»
Signalering van een fout in de procedure: de led
√ Als de functie op meerdere toetsen wordt geprogrammeerd, ga dan verder met de programmering van de volgende toets door de
handelingen vanaf punt 4 te herhalen.
6. Verlaat de programmering door DIP 6 van S2 in de combinatie OFF te zetten.
» de led
gaat uit
7. Zet de DIP-switches 1-2-3-4 van S2 in de positie ON.
8. Zet de DIP-switches van S1 terug in de oorspronkelijke combinatie.
Intercomoproep met selectief adres: programmering toetsen
1. Het is noodzakelijk om de handelingen in de paragraaf
de intercomoproep vallen.
2. Noteer de instellingen van de DIP-switches S1.
3. Ga naar de programmering door DIP 6 van S2 op ON te zetten.
» de led
knippert
4. Raadpleeg de tabel
"Basisconfiguratie"
voor de toets die u wilt programmeren, stel daarna de DIP-switches van S2 in.
5. Stel met de DIP-switches van S1 het selectieve adres in van het toestel dat u wilt oproepen.
Voor de groepsoproep moeten de gewenste selectieve intercomadressen (max. 3) tegelijkertijd op ON worden gezet.
6. Druk de toets in waaraan u de functie wilt toewijzen en laat weer los.
»
Signalering van correct uitgevoerde procedure: de led
»
Signalering van een fout in de procedure: de led
√ Als de functie op meerdere toetsen wordt geprogrammeerd, ga dan verder met de programmering van de volgende toets door de
handelingen vanaf punt 5 te herhalen.
7. Verlaat de programmering door DIP 6 van S2 in de positie OFF te zetten.
» de LED
gaat uit
8. Zet de DIP-switches 1-2-3-4 van S2 in de positie ON.
9. Zet de DIP-switches van S1 terug in de oorspronkelijke combinatie.
De NIET geprogrammeerde toetsen bedienen de functies van regel A (tabel
om een combinatie van DIP-switches te vinden waarin de intercomfunctie (INT of INTb) verschijnt voor
knippert een paar seconden en er klinkt een bevestigingstoon.
knippert een paar seconden en er klinkt een foutsignaal
"Toekennen van een selectief adres"
om een combinatie van DIP-switches te vinden waarin de intercomfunctie (INT of INTb) verschijnt
knippert een paar seconden en er klinkt een bevestigingstoon.
knippert een paar seconden en er klinkt een foutsignaal.
S2
S2
uit te voeren op de toestellen die onder
S2
"TABEL
B".
S2
11