KNX applicatiebeschrijving
KNX bewegingsmeldermodule comfort 1,10 m
KNX bewegingsmeldermodule comfort 2,20 m
Parameter
Helderheidsgrenswaarde van
Helderheidswaarde
1)
Cyclisch zenden
Tijd voor cyclisch zenden
2)
Zenden bij nieuwe detectie
Zendvertraging
Keuze nalooptijd
Nalooptijd
3)
Blokkeertijd na einde van een de-
tectie
Alleen zichtbaar, wanneer "Helderheidswaarde" als "Vast ingestelde waarde" is geparametreerd.
1)
Alleen zichtbaar, wanneer "Cyclisch zenden" is gekozen.
2)
Alleen zichtbaar, wanneer "Selectie nalooptijd" als "Vast ingestelde waarde" is geparametreerd.
3)
Tabel 8: Terugkerende parameters voor functies in bewegingsdetectiekanaal
Helderheidsgrenswaarde van
Voor de evaluatie van de helderheidsdrempel kan tussen de volgende parameters worden ge-
kozen:
–
Potentiometer op het apparaat (zie ook gebruiksaanwijzing):
De helderheidsdrempel wordt via de stand van de potentiometer ingesteld, d.w.z. de
instelling kan ook zonder ETS worden gewijzigd.
–
Vast ingestelde waarde:
De waarde wordt via het invoerveld vast ingesteld, met de instelling van de potentiometer
wordt geen rekening gehouden. De instelling kan door onbevoegden niet worden gewijzigd.
–
Helderheidsmeting niet actief:
De bewegingsdetectie en het uitvoeren van de functies wordt onafhankelijk van de helderheid
uitgevoerd.
–
Aansturing door separaat object:
Het object 4 ... wordt getoond. De helderheidsdrempelwaarde in Lux kan via het object
worden ingesteld, bijvoorbeeld voor intelligente besturing dagtijd- of event-afhankelijk.
*
Default-waarde
Art.nr. 8026 21 XX
Art.nr. 8026 22 XX
Beschrijving
Keuze van de bron, waarmee de
helderheidsdrempel voor de detec-
tie wordt bepaald.
Veld voor het invullen van de hel-
derheidsdrempelwaarde in Lux.
Instelling, of een telegram met de
functiegrootheid (drempelwaarde,
waarde, ...) cyclisch moet worden
gezonden.
Keuze van de tijd voor het cyclisch
zenden van de functiegrootheid.
Instelling, of een telegram met de
functiegrootheid (drempelwaarde,
waarde, ...) bij een nieuwe bewe-
gingsdetectie (natriggeren) moet
worden gezonden.
Instelling, of en met hoeveel vertra-
ging een telegram met de functie-
grootheid (drempelwaarde, waarde,
...) aan het einde van de detectie
moet worden gezonden.
Keuze van de bron, waarmee de
nalooptijd wordt bepaald.
Veld voor keuze van de lengte van
de nalooptijd
Instelling van de vergrendelingstijd
na het zenden van het telegram bij
het einde van een detectie.
Pagina 23/76
Waarde
Instelling op het apparaat *
Vast ingestelde waarde
Helderheidsmeting niet actief
Aansturing via separaat object
Vrij instelbaar:
geldige waarde = 1 ... 1000
Instelvakje:
vinkje geplaatst = cyclisch zenden is
geactiveerd
5s, 15s, 30s
1min, 2min, 3min, 4min, 5min, 10min,
15min, 30min*,
1h, 2h, 3h, 4h, 8h
Instelvakje:
vinkje geplaatst = natriggeren is geac-
tiveerd
Niet actief*,
100ms, 500ms,
1s, 5s, 15s, 30s
1min, 2min, 3min, 4min, 5min, 10min,
15min, 30min,
1h, 2h, 3h, 4h, 8h
Vast ingestelde waarde *
impuls
5s, 15s, 30s
1min, 2min, 3min*, 4min, 5min, 10min,
15min, 30min,
1h, 2h, 3h, 4h, 8h
100ms, 500ms,
1s*, 5s, 15s, 30s
1min, 2min, 3min, 4min, 5min, 10min
6LE001813A