Verbindingen maken
In de afbeelding hieronder ziet u voor welk soort instrumenten de connectors van de KC-150 bedoeld zijn.
Bedieningspaneel
Stereo-
hoofdtelefoon
INPUT
Mengpaneel-
Subwoofer
(met eigen eindtrap)
Ziehier een voorbeeld voor het gebruik van alle functies en
mogelijkheden van de KC-150.
Op CH 1 hebben we een microfoon aangesloten (de enige
connector die dat signaalniveau aankan). Op CH 2, CH 3 en
CH 4 kunt u een synthesizer, een module of andere
signaalbronnen aansluiten.
* Het via CH 4 ontvangen signaal wordt niet naar de Line Out-
connector uitgestuurd.
* Om schade aan de luidsprekers en andere apparaten te voorko-
men, moet u het volume van alle apparaten op de minimum-
waarde zetten en de betrokken apparaten uitschakelen alvorens
ze op elkaar aan te sluiten. Zet alle CH-regelaars van de KC-150
en de VOLUME-regelaar op "0".
* De bedrading van de XLR-connectors luidt als volgt. Alvorens
de kabel van het externe apparaat aan te sluiten moet u nagaan
of de bedrading ervan overeenkomt met die van de benodigde
connector.
Achterpaneel
INPUT
CD-speler
OUTPUT
Drumcomputer
* Als u een microfoon gebruikt, mag u hem niet te dicht bij de ver-
sterker zetten, omdat hij anders begint rond te zingen. Terug-
koppeling kan op de volgende manieren worden voorkomen:
1. Draai de microfoon weg van de luidsprekers.
2. Plaats de microfoon iets verder van de versterker vandaan.
3. Verminder het volume.
* Als u aansluitkabels met weerstanden gebruikt, is het volume
van de op CH 1~CH 4 en AUX IN aangesloten signaalbronnen
eventueel te laag.
Gebruik enkel kabels zonder weerstanden, zoals de PCS-serie
van Roland.
Microfoon
OUTPUT
Toetseninstrument
65