6. Onderhoud en inspectie
• Controleer regelmatig de watertoevoer en -afvoer. De toevoer van water en instroom van lucht
in het systeem moeten voldoende zijn, zodat de prestaties en betrouwbaarheid niet in gevaar
komen. U dient de zwembadfilter regelmatig te reinigen om schade aan het toestel als gevolg
van een verstopte filter te voorkomen.
• De omgeving rond de unit moet ruim en goed geventileerd zijn. Reinig regelmatig de zijkanten
van de warmtepomp om een goede warmtewisseling te behouden en energie te besparen.
• Controleer of alle processen in de unit operationeel zijn en besteed speciale aandacht aan de
werkdruk van het koelsysteem.
• Controleer regelmatig de voeding en kabelverbindingen. Mocht het apparaat abnormaal begin-
nen te werken of mocht u een geur van een elektrisch onderdeel waarnemen, zorg dan voor
tijdige reparatie of vervanging.
• Winterklaar maken: zorg ervoor dat u al het water uit de warmtepomp en andere systemen
verwijdert om vorstschade te voorkomen.
• U moet het water ook verwijderen indien de unit gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden. U dient alle onderdelen van het toestel grondig te controleren en het systeem volledig
met water te vullen vooraleer u het achteraf terug aanzet.
21