Storing
De indicatielampjes
De indicatielampjes
branden niet.
branden niet.
Het programma begint
niet.
Het indicatielampje
Prêt (startklaar) knippert.
Het programma begint
niet. De indicatielampjes
Prêt (startklaar), Lavage
(wassen) en Rinçage
(spoelen) knipperen.
Het programma begint
niet.
Er stroomt geen water in
het apparaat of het
wasmiddel wordt niet
wasmiddel wordt niet
ingespoeld. Het
indicatielampje Lavage
(wassen) knippert.
Het sop wordt niet
volledig afgepompt.
Het indicatielampje
Het indicatielampje
Rinçage (spoelen)
knippert.
32
Oorzaak
De zekering in de meterkast is
De zekering in de meterkast is
doorgeslagen.
doorgeslagen.
De stroom is uitgevallen.
De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact.
Het deksel van het apparaat is niet
gesloten.
De trommel is geblokkeerd doordat
het trommeldeksel niet gesloten is.
De toets Départ M (Start) is niet
ingedrukt.
De kraan is niet open.
Toevoerslang is geknikt of zit klem.
De zeven in de watertoevoer zijn
verstopt.
Vreemde voorwerpen blokkeren de
afvoerpomp.
Er werd erg pluizend wasgoed
gewassen. De afvoerslang is
geknikt. Afvoerpijp of afvoerslang
verstopt.
Advies
Zekering inschakelen/vervangen.
Als deze storing vaker optreedt,
schakel dan de Servicedienst in.
Het programma loopt door als er
weer stroom is. Als het wasgoed uit
de trommel moet worden gehaald,
ga dan te werk zoals onder
Schoonmaken van de afvoerpomp
beschreven (zie blz. 28 en verder)
Deksel sluiten (tot u een klik hoort).
Trommeldeksel sluiten.
Toets Départ M (Start) indrukken.
Kraan opendraaien.
Zeven schoonmaken (zie blz. 30 en
verder).
Afvoerpomp schoonmaken,
(zie blz. 28 en verder).
Afvoerpijp en/of afvoerslang
schoonmaken.