Berekening van de passende ConSole voor uw module
1
Meet eerst de afstand d van de
montagegaten aan de achterzijde van
het paneel.
3
A
C
E
D
hoofdmaten (cm)
A
ConSole 2.1
135 73 43
ConSole 2.2
144 67 39
ConSole 2.3
125 86 47
ConSole 4.1
160 80 45 8,5 73
ConSole 4.2
120 105 55
ConSole 6.2
168 105 54
Berekening van de vereiste ballast voor ConSole
Wil de ConSole windbelastingen kunnen weerstaan,
dan moet ze met ballast worden gevuld. Geschikte
ballast is grind, stenen, tegels e.d. Kijk in de tabel
rechts voor ballastwaarden. Deze waarden zijn ber
ekend overeenkomstig DIN 10554:200503 alsook
Eurocode. Jarenlange ervaringen bevestigen de
betrouwbaarheid van het systeem. De buitenste
reeksen ConSoles moeten volgens de tabel worden
voorzien van meer ballast. De aangegeven waar
den zorgen ervoor dat de ConSoles niet omkiepen,
glijden of wegwaaren. Om te voorkomen dat ze
wegglijden, moet men ervoor zorgen dat de wrij
vingscoëfficiënt tussen het dakoppervlak en de
ConSole groter is dan 0,6. Deze waarde kan een
voudig worden vastgesteld door gebruik te maken
van een veerbalans. (Een met 100 kg ballast
gevulde ConSole mag pas bij een horizontale trek
kracht van meer dan 60 kg van de veerbalans
bewegen).
2
Bereken dan aan de hand van de tabel welke ConSole bij de breedte van uw
paneel past. Eventuele benodigde verlengingsprofielen moeten als afzonderlijke
post op het bestelformulier worden vermeld.
hoofd
afmetingen „d"
4.2 6.2
! ! "##! $! "%#!&&!
! ! "%#! $! ()#!&&!
d
! ! ()#! $! ((#!&&!
! ! ((#! $! *+#!&&!
701 721 mm
721 781 mm
! ! *,#! $! ,-#!&&!
841 851 mm
851 895 mm
895 911 mm
! ! %##!!$! #+#"!&&!
1 015 1085 mm
B
( = alleen met verlengingsprofiel))
Bij meerdere mogelijkheden kiest u de ConSole die het best bij de lengte van uw
paneel past. Maat A van de ConSole moet ongeveer met de lengte van het paneel
overeenkomen. Uítstekende panelen vragen hogere ballastwaarden door het grotere
vlak waar de wind vat op heeft. Kies altijd de ConSole waarbij het paneelvlak zo min
mogelijk uitsteekt (maximaal 12 cm aan elke zijde).
buiten (cm)
B
C
D
E
A
bodem e.M.
13
68
107
10
60
120
11
80
98
125
10
98
94
10
98
138
Ballastwaarden voor ConSoles (kg)
Windzone I voor Duitsland overeenkomstig DIN 10554: 200503
Terreincategorie III: voorsteden, industrie of nijverheidsgebieden, wouden
Hoogte van
het gebouw
ConSole 2.1
ConSole 2.2
ConSole 2.3
ConSole 4.1
ConSole 4.2
ConSole 6.2
Toeslagen:
Hogere windzone: 30% meer ballast per niveau.
Bij inzet van het verlengprofiel: 10% meer ballast.
Bij zijdelings uitsteken van de module: extra ballast afhankelijk van het uitstekende gedeelte.
* Windrichtingscorrectiefactor volgens het simulatiemodel van het Instituut TNO Delft
Bij gebruik in de Duitse noordelijke windzone 2 en in de Duitse windzones 3 en 4: 20% minder ballast.
ConSole
ConSole ConSole ConSole ConSole ConSole
!
'!
'!
'!
'!
'!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
25°
m
binnen (cm)
2
E
Fl.
A
A
bodem
bodem
bodem vooraan
39
0,43
110
35
0,43
122
48
0,52
110
48
0,31
132
51
0,48
97
65
0,93
144
tot 8 meter
binnen buiten
50
78
46
73
51
82
62
99
58
94
83
134
3
2.1
2.2
2.3
!
!
!
!
!
!
!
'!
!
!
'!
!
'!
'!
!
'!
!
!
'!
!
!
'!
hoogte (cm)
E
binnen
bodem achteraan
bodem
vooraan
102
39
19
117
34
17,5
94
48
19
119
44
13,5
89
50
19
138
63
17,5
tot 12 meter
tot 16 meter
binnen buiten
binnen buiten
59
91
66
101
55
86
61
95
60
96
68
106
73
115
82
128
68
110
77
122
98
156
110
173
Renusol ConSole Manual 2.0 9/2009
4.1
'
'
binnen
achteraan
36
34
38
37,5
42
45,5