Boren in de muur
3.
Let op: Als u het gat boven de begane grond boort, zorg er dan voor dat het
buitenterrein onder toezicht staat totdat het boren is voltooid.
1) Inlaat- en uitlaatgaten
•
Deze bewerking moet
worden uitgevoerd met het
juiste gereedschap
(diamantboren of
boorkronen met hoog
draaimoment en instelbare
rotatiesnelheid)
Bevestig de sjabloon aan de muur en let daarbij op de afstand tot de vloer
•
en / of het plafond en blijf horizontaal door een waterpas te gebruiken.
Gebruik een centreerboor om het midden van elk te boren kerngat te
•
markeren. Gebruik een kernboorkop met een diameter van 135 mm om de
twee gaten voor inlaat- en uitlaatlucht te boren
•
Het wordt aanbevolen dat de gaten een lichte neerwaartse helling van 3-5
graden hebben om terugstromen van water uit de leidingen te voorkomen.
2) Afvoer
De unit produceert condensaat dat moet worden afgezogen om de unit correct te laten
werken. Het is noodzakelijk om een gat door de muur te boren met een diameter van
30 mm in de positie die wordt getoond in de sjabloon.
Het wordt aanbevolen de gaten te boren met een lichte neerwaartse helling van 3-
•
5 graden om terugstromen van water te voorkomen en de afvoer te
vergemakkelijken.
Om deze reden is het essentieel dat de afvoerleiding over de gehele lengte een
•
minimale neerwaartse helling van minimaal 3% heeft.
12