Opstellen
1
Lees de handleidingen van uw spuitapparaat, in-line ventiel en Clean-
Shot. Draai de verlengfittingen strak aan met een moersleutel. Draai
vervolgens nog 1/4 draai [11 N•m(~100 in-lb)] aan. Maak vast aan de
slang van het spuitpistool. Vul het spuitapparaat voor zoals aange-
geven in de handleiding van het spuitapparaat.
3
Pas de positie van de CleanShot aan zodat de spuitwaaier
net onder de kap van de roller terechtkomt.
OK
Haal snel eenmaal de trekker over en laat vervolgens terug los
4
om het patroon te controleren. Het patroon dient zo breed te zijn
als de roller.
OPMERKING: De CleanShot-knop kan worden aangepast om
de spuitwaaier te optimaliseren.fan.
voor aanpassingsinstructies.
4
Zie CleanShot-handleiding
ti23640a
2
Gebruik
spuitdruk om de beste resul-
taten te behalen. Spuit altijd
met de laagst mogelijke druk
die is vereist om de gewenste
resultaten te bekomen.
OK
1000
68.9
6.89
500
500
0
0
ti23598a
ti23592a
Om het patroon te vernauwen, maakt u de hand-
greep van de roller losser en verplaatst u de kap
van de roller naar de CleanShot toe. Om het pa-
troon te verbreden, maakt u de handgreep van
de roller losser en verplaatst u de kap van de
roller weg van de CleanShot.
ti23640b
de
onderstaande
1500
2000
2000
103.4
10.3
2500
2500
bar
MPa
PSI
3000
3000
ti23643a
ti23647a
333430H