Instructies voor installatie, bediening & onderhoud
MAC050515 NL Rev. 0
3
Werkmedia, druk en
temperaturen om mee
te werken
3.1
Werkmedia
a.
Gebruik schone, droge of gesmeerde lucht
of inert gas.
b.
Maximale druk: 8 bar (116 psi).
NOTITIE:
Bij toepassingen met enkelwerkende actuatoren en
pneumatisch veerslag is de maximale druk 6,5 bar (95 psi).
c.
Dauwpunt 10 K onder bedrijfstemperatuur.
d.
Neem voor toepassingen bij temperaturen
onder nul de juiste maatregelen.
3.2
Bedrijfstemperatuur
Bij gebruik van standaard afdichtingen en vetten
is het bereik voor de bedrijfstemperatuur 20 °C tot
+100 °C (-4 °F tot +212 °F), zoals wordt aangegeven
op het productlabel. Voor andere media en
temperaturen buiten deze bereiken neemt u contact
op met uw lokale Hytork-leverancier.
4
Installatie actuator
op afsluiter
De aandrijvingsas, het koppelstuk de afsluiterspindel
dienen gecentreerd en concentrisch te zijn geplaatst,
ter voorkoming van zijdelingse belasting in het gebied
van het radiale lager van de aandrijvingsas en dat
waarop de afsluiterspindel rust. Zorg ervoor dat de
koppelstuk die moet worden gebruikt goed vast zit,
maar toch vrij kan glijden in het binnenvierkant in de
aandrijvingsas (19).
4.1
Bidirectionele slagbegrenzers
Hytork XL actuators beschikken over twee slagbegrenzers
(22, 23 en 24) om de slag en de open en dichte posities
nauwkeurig in te stellen. XL2586 en XL4581 kunnen
worden voorzien van het optionele stopblok op de
bodem, om de slag in te stellen.
In de fabriek is de slag van de actuator ingesteld op 90°.
Het aanpassingsbereik voor de slag van de actuator is:
-
in dichte (0°) positie
-
in open (90°) positie
NOTITIE:
Als de actuator is gemonteerd voor omgekeerde
werking i.p.v. voor standaard werking, zorgt aanslag
"1" voor aanpassing van de "open" positie en aanslag
"2" voor die van de "dichte" positie.
Bovenaanzicht
Fig. 1
4.2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
5
(Fig. 2) Alle actuators kunnen worden aangesloten
met harde of flexibele leidingen, ter wijl het
elektromechanische ventiel op afstand van e actuator
gemonteerd is, of door een elektromechanische
NAMUR-ventiel, RECHTSTREEKS op het NAMUR
luchtaansluitvlak aan de zijde van de actuator te
monteren.
:
-3° to +7°
:
-83° to +93°
Fig. 2
Aanslag gemarkeerd met Aanslag gemarkeerd me
"2"
Slagbegrenzers
Aanpassingen slagbegrenzer
Afsluiter/actuator-constructie in de open
positie brengen.
Luchtvoorziening verwijderen.
Draai de sluitmoer (24) van de "dichte"
aanslag los (gemarkeerd met "2").
Draai de "dichte" aanslag met de klok mee
om de slag te verminderen of tegen de klok
in om deze te vergroten.
Draai de sluitmoer vast.
Sluit de lucht aan en controleer of de positie
correct is. Zo niet, herhaal dan vanaf 2.
Afsluiter/actuator-constructie in de "dichte"
positie brengen.
Luchtvoorziening verwijderen.
De "open" slagbegrenzer (gemarkeerd
met "1") aanpassen, zoals beschreven in
stap 3 tot 6.
Instructies leidingen
Werking veeretour
actuator
Ventielbediening
Hytork XL
Oktober 2019
"1"
Werking dubbelwerkende
actuator
3