Waarschuwingen
GEVAAR VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Deze apparatuur moet geaard worden. Slechte aarding, onjuiste installatie of onjuist gebruik
van het systeem kan elektrische schokken veroorzaken.
• Zet het toestel uit via de hoofdschakelaar en haal de stekker uit het stopcontact voordat u
kabels ontkoppelt of onderhoud aan de apparatuur uitvoert of deze installeert.
• Aansluiten mag alleen op een geaard aansluitpunt.
• Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet
voldoen aan alle ter plaatse geldende verordeningen en regelgeving.
INTRINSIEKE VEILIGHEID
Intrinsiek veilige apparatuur die onjuist wordt geïnstalleerd of wordt aangesloten op
niet-intrinsiek veilige apparatuur leidt tot een gevaarlijke toestand en kan brand, explosie
of elektrische schokken veroorzaken. Volg de lokale voorschriften en de volgende
veiligheidsvereisten.
• Zorg dat uw installatie voldoet aan de nationale, regionale en lokale voorschriften voor de
installatie van elektrische apparaten op een gevaarlijke locatie van Klasse I, Groep D, Divisie
1, inclusief alle lokale brandvoorschriften, NFPA 33, NEC 500 en 516 en OSHA 1910.107.
• Apparatuur die in aanraking komt met de intrinsiek veilige klemmen van de uitrusting, moet
voldoen aan de entiteitsparametereisen die gespecificeerd zijn in controletekening 24N637.
Zie
Vereisten voor een intrinsiek veilige installatie van geavanceerde motoren, page
Hieronder vallen veiligheidsbarrières, gelijkspanningsmeters, ohmmeters, kabels en
aansluitingen. Verwijder het apparaat uit de gevarenzone bij het zoeken naar storingen
of fouten.
• Installeer apparatuur die uitsluitend is goedgekeurd voor een niet-gevaarlijk gebied nooit in
een gevaarlijk gebied, zoals bepaald in artikel 500 van de National Electrical Code (VS) of uw
lokale wetgeving op het gebied van elektriciteit. Zie het identificatielabel voor de beoordeling
betreffende intrinsieke veiligheid van uw apparatuur.
• Aard de motor. Gebruik een massadraad van minimaal 12 AWG, aangesloten op een ware
massa. Zie
• Bedien de motor niet terwijl een van de deksels is verwijderd.
• Vervang geen systeemonderdelen, aangezien dit een negatieve uitwerking kan hebben op
de intrinsieke veiligheid.
GEVAAR VAN BRANDWONDEN
Het oppervlak van de apparatuur en de vloeistof die wordt verhit, kunnen zeer heet worden
tijdens gebruik. Om ernstige brandwonden te vermijden:
• Raak hete vloeistof of apparatuur niet aan.
8
WAARSCHUWING
Aarding, page
15.
15.
332719K