Gamma
Met Gamma stelt u een niet-lineaire instelling in voor
de helderheid en het contrast van het beeld. Gamma
dient alleen te worden gebruikt door deskundige
gebruikers.
Het niveau aanpassen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk op
om het menu te openen.
2
Selecteer Geavanceerd > Contrast > Gamma en
druk op OK.
3. Druk op de pijlen (omhoog)
of (omlaag) om de waarde aan te passen.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Scherpte-instellingen
Superresolutie
Met Superresolutie schakelt u een uiterst scherpe
weergave van lijnen en contouren in.
Deze optie in- of uitschakelen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk op (rechts)
om het menu te openen.
2 Selecteer Geavanceerd > Scherpte > Super
Resolution en druk op (rechts) om naar het menu
te gaan.
3. Selecteer Aan of Uit.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Ruisonderdrukking
Met Ruisreductie filtert en vermindert u de
hoeveelheid beeldruis.
De ruisreductie aanpassen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk op (rechts)
om het menu te openen.
2
Selecteer Geavanceerd > Scherpte >
Ruisreductie en druk op (rechts) om het menu te
openen.
3. Selecteer Maximum, Medium, Minimum of Uit.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
MPEG-artefactreductie
Met MPEG-artefactreductie maakt u digitale
overgangen in de beelden vloeiender. MPEG-
artefacten hebben meestal de vorm van kleine
blokjes of kartelranden in het beeld.
De MPEG-artefacts verminderen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk
op
(rechts) om het menu te openen.
2
Selecteer Geavanceerd > Scherpte > MPEG-
artefactreductie en druk op (rechts) om het menu
te openen.
3. Selecteer Aan of Uit.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
(rechts)
menu te sluiten.
Indeling en randen
Beeldformaat
Als er zwarte balken boven en onder of aan de
zijkanten van het beeld worden weergegeven, kunt u
het beeldformaat omzetten in een formaat dat het
hele scherm in beslag neemt.
Het beeldformaat wijzigen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk
op
2 Selecteer Formaat en randen > Beeldformaat en
druk op (rechts) om naar het menu te gaan.
3. Selecteer een instelling uit de lijst en druk op OK.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Het beeldformaat wijzigen terwijl u TV kijkt...
1 Druk terwijl u naar een TV-zender kijkt op om
het menu Beeldformaat te openen.
2 Selecteer een instelling uit de lijst en druk op OK.
Schermranden
Met Schermranden maakt u het beeld iets groter om
vervormde randen te verbergen.
De randen aanpassen...
1 Druk op , selecteer Beeld en druk
op
2 Selecteer Formaat en
randen > Schermranden en druk
op (rechts) om naar het menu te gaan.
3. Druk op de pijlen (omhoog)
of (omlaag) om de waarde aan te passen.
4. Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
35
(rechts)
om het menu te openen.
(rechts)
om het menu te openen.