Draadloze microfoon in- en uitschakelen
Druk op de schakelaar ON / OFF (7) om de microfoon in of uit te schakelen. Als de
¤
microfoon ingeschakeld is brandt de rode LED (6).
Opmerking:
Verwijder de batterij uit de microfoon, wanneer u deze langere tijd niet gebruikt.
Kanaal selecteren en wisselen
Schakel de microfoon uit.
¤
Maak de microfoon open (zie "Batterijen plaatsen / vervangen" op pagina 8).
¤
Zet met een kleine schroevendraaier de kanaalkeuzeschakelaar (8) op het gewenste
¤
kanaal. U kunt kiezen uit vier verschillende kanalen (zie "Kanaal selecteren" op
pagina 10).
Sluit en vergrendel de microfoon weer.
¤
Schakel de microfoon weer in.
¤
De draadloze microfoon moduleren
Door de afstand naar de mond kunnen de geluidssterkte en de lage tonenweergave variëren.
Het systeem optimaliseren
Voer eerst een "Soundcheck" uit voordat u met een uitzending begint en stel het systeem als
volgt optimaal in:
• •
De reikwijdte van het systeem is afhankelijk van de plaatselijke condities en kan maxi-
maal 100 m bedragen. Tussen de zender en ontvanger moet u een minimale afstand van
3 m aanhouden. Zorg er voor, dat tussen de zend- en ontvangstantenne vrije zicht
heerst.
• •
Gebruik het systeem niet in de nabijheid van gewapend beton. Computers of mobiele
telefoons in de directe nabijheid van de antenne zullen de overdracht storen.
• •
Iedere zender heeft een ontvanger nodig. Gebruik bij gelijktijdige toepassing van meer-
dere overdrachtstrajecten verschillende kanalen.
Optimale ontvangst
Op de ontvanger tonen de vier LED's (RF LEVEL) (3) de sterkte van
het ontvangen zendsignaal. Loop met de zender door het gehele
overdrachtsgebied en controleer steeds of het ontvangen signaal op
elke plaats sterk genoeg is. De overdracht is goed, wanneer alle vier
LED's oplichten. Neem hierbij in acht:
9